"... Al dreigen zij zijn vrijheid met kluisters en geschreeuw. Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft, Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft. De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan: De legerbenden sneven, een volk zal nooit vergaan. De vijand trekt te velde, omringd van doodsgevaar. Wij lachen met zijn woede, de Vlaamse Leeuw is daar".

Leeuw

Op zaterdag 11 juli aanstaande vieren we de Vlaamse Feestdag. Gemeentebestuur en Culturele Raad van Kruishoutem halen voor u Zultenaar Walter Baele naar De Mastbloem met zijn theatershow "vRRiesman". Het aanvangsuur is 19.30 u. Kaarten zijn te verkrijgen in de bibliotheek. Naast de komiek bestijgen die avond ook de voorzitter van de Cultuurraad en de burgemeester het spreekgestoelte. Het geheel wordt afgerond met een samenzang van "De Vlaamse Leeuw" en een receptie. De tekst van "De Vlaamse Leeuw" werd gedicht door de toneelschrijver Hippoliet Van Peene (1811-1864) en getoonzet door Karel Miry (1823-1899). Beiden waren actief in het Gentse toneelgezelschap "Broedermin en Taelyver". Tekst en lied ontstonden in juli 1847 na een discussie onder de toneelleden over volks- en nationale liederen. Dit was voor Van Peene de aanleiding om "De Vlaamse Leeuw" te dichten; hij wilde ermee de Gulden Sporenslag in herinnering brengen. De roman van Hendrik Conscience, "De Leeuw van Vlaanderen", was toen trouwens al negen jaar een bestseller. Van Peene liet zich tekstueel inspireren door het populaire strijdgedicht van de Duitser Nikolaus Beckers: "Sie sollen ihn nicht haben den freien Deutschen Rhein". De melodie dan weer is schatplichtig aan Robert Schumanns "Sonntags am Rhein".

De historische context van toen heeft waarschijnlijk ook een rol gespeeld, met name de politieke omwenteling van februari 1848 in Frankrijk, die de Tweede Republiek in het leven riep en die de vrees in België deed aanwakkeren voor een mogelijke annexatie. Dat schiep een klimaat waarin de bevolking psychologisch behoefte had aan een strijdlied. "De Vlaamse Leeuw" was dus niet anti-Belgisch bedoeld ; de 'vijand' waartegen Vlaanderen zich verzette, was Frankrijk. Omstreeks 1900 had de Vlaamse Beweging zich het lied evenwel al toegeëigend. Bij Vlaams Decreet van 6 juli 1973 werden de eerste twee strofen van "De Vlaamse Leeuw" uitgeroepen tot volkslied. In haar maandblad "Uitkijk" van juli 1974 nodigde de plaatselijke VTB-VAB afdeling de Kruishoutemse bevolking uit naar de 11 juli viering aan de Uitkijktoren met een aantal pertinente vragen: "Hoe staat uw opinie ten overstaan van de 11 juli viering? Zal het Decreet enige oriëntatie kunnen bewerkstelligen i.v.m. de viering, bevlagging, e.a.? Zult U nu een 11 juli viering kunnen bijwonen zonder vooroordeel? Zult U "De Vlaamse Leeuw" durven zingen, nu hij officieel werd erkend? Zult U nu durven meedoen aan de nationale bevlaggingsactie ? We vragen aan allen die JA kunnen en durven antwoorden op de gestelde vragen, de leeuw te hijsen aan hun woningen op 11 juli e.k.". Dit alles was toen inderdaad minder vanzelfsprekend dan nu. Wit en zwart zinderden nog na in de naoorlogse gevoeligheden. Kwam erbij dat vanaf 1970 de druk naar federalisme niet meer te stoppen was; sindsdien en tot op heden stond de Belgische binnenlandse politiek met vallen en opstaan vaak in het teken van de staatshervorming. In oktober 1978 strandde deze in het debacle van het Egmontpact. Dit was een ingewikkeld compromis dat aan Vlaamse kant weerstand opriep bij de Volksunie en bij een deel van de CVP. Een heikel punt was het inschrijvingsrecht voor Franstaligen in Brussel in ruil voor - u raadt het nooit ! - de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Toen de Raad van State een aantal grondwettelijke bezwaren opperde, wilden de Vlaamse partijvoorzitters opnieuw onderhandelen, maar de Franstaligen weigerden. Premier Tindemans gaf er daarop in de Kamer de brui aan met de legendarische woorden: "Voor mij is de Grondwet geen vodje papier ! (...) Ik ga van deze tribune weg, ik ga naar de Koning en bied het ontslag van de regering aan !". Nadat Paul Vanden Boeynants in die ijskoude winter 1978-1979 enkele maanden aan het roer van het ronddobberende Belgische schip had gestaan, nam Wilfried Martens vanaf april 1979 over.

Enkele maanden nadien organiseerde de Kruishoutemse VTB-VAB-afdeling opnieuw de 11 juli viering in de tuinen van het Kasteel van Ayshove. Laten we, beste lezer, dertig jaren teruggaan in de tijd voor een sfeerbeeld van een zwoele zomeravond. We lezen het in de "Uitkijk" van augustus 1979: "Zaterdag 14 juli, een avond vol zonnegoud ... Nauwelijks hoorbaar fluisterde het bladergroen : majesteitelijk zomerdecor rondom het kasteelpark Aaishove, waarin Kruishoutem 11 juli, het feest van Vlaanderen, zou vieren. De Heer en mevrouw Van Marcke hadden hun domein andermaal gastvrij opengesteld ; onze oprechte dank daarvoor aan de gastheer en mevrouw. De VTB.VAB.bestuursploeg had dit keer op een originele aanpak getipt : als Kruishoutem zowat 100 verenigingen telt, aangesloten bij de Kultuurraad, dan moest er, gebaseerd op eigen inbreng, toch wel een avondvullend programma kunnen ineengeweven worden ... Het was een gok : de interesse was inderdaad niet enorm ... Toch zou een kleine kern (14 vertegenwoordigers uit enkele verenigingen) schoorvoetend aanvankelijk, geleidelijk aan enthousiast, op het voorstel ingaan : fantasie werd tot vorm gekneed en engageerde zich met ideeën. Uit deze wisselwerking ontpopte zich een feest vol kleur en variatie.

Terwijl op Aaishove het publiek reeds in trosjes opdaagde, waren her en der nog zingende wandelaars onderweg ; groepen van twintig tot dertig, volwassenen, jeugd en kinderen. Ze zongen, stapten en musiceerden onze bossen, dreven en wandelwegen aaneen. Eindpunt : kasteelpark. De Kon. Harmonie St.Cecilia nodigde de ruim 200 mensen uit om, hetzij als publiek, hetzij als acteurs, het Vlaamse feest mee te leven. Na de toespraak van burgemeester Tant, vooral getekend door een scherp-Vlaamse waakzaamheid tegenover de ... huidige Belgische politiek, vouwde de eigenlijke viering zich open als een bont pallet waarop romantiek, poëzie en humor elk hun eigen kleur neerlegden in declamatie, zang, vendelen, choreografie en volksdans. Tussen de eerste dansjes van kleuters - in dit Jaar van het Kind moest het kind wel mee aan zijn trekken komen - en de laatste muzikale tonen, waarop de vlaggen in de schemering van de avond neerstreken, lagen drie uren Vlaanderen-infeest. Het was inderdaad nacht geworden, toen als orgelpunt achter deze viering de "Vlaamse Leeuw" massaal gezongen werd."

Anno 2009 heeft de Cultuurraad samen met het gemeentebestuur de organisatie van de 11 juli viering op zich genomen. Vendelen en volksdansen, het is allemaal wel mooi - maar laten we eerlijk zijn - intussen ook ietwat oubollig. Vlaanderen kan zijn culturele kant ook op een eigentijdse wijze tonen. Walter Baele zal dat op zaterdag 11 juli 2009 om 19.30 u. zeker doen in De Mastbloem. Hij zal alle comedy-registers opentrekken.. En wie weet, misschien splitst deze komiek wel eigenhandig Brussel-Halle-Vilvoorde ... Komt dat zien!