In de afgelopen decembermaand organiseerde Hultheim in de Sint-Gabriëlkerk op de Marolle met 150 Kerststallen, 375 Nieuwjaars- en Kerstkaarten én 120 Nieuwjaarsbrieven de stemmige tentoonstelling 'Waar de sterre bleef stille staan'. Tot vreugde van initiatiefnemer Johan Van Cauwenberghe bezochten maar liefst meer dan duizend geïnteresseerden de expositie! De verzameling was dan ook uniek; de oudste Kerststal werd gemaakt in de donkere dagen van de Tweede Wereldoorlog (1943) en de oudste Nieuwjaarsbrief dateerde van 1902.

Nieuwjaarsbrieven zijn een typische Vlaamse aangelegenheid, uniek in de wereld ! De oudste gaan terug tot de zestiende eeuw. Ze werden toen in het Latijn en in dichtvorm geschreven. Hun origine situeert zich dus in hogere kringen. Sinds het begin van de twintigste eeuw worden de nieuwjaarswensen in de klas (lagere cyclus) geschreven, van het bord of op dictee en onder het toeziende oog van de meester of de juf. De brief is het resultaat van ettelijke lessen 'schoonschrift'. Vlekken, vegen of dt-fouten betekent onherroepelijk opnieuw beginnen. Ieder van ons stond als kind voor een dubbele opdracht: eerst het zwoegend schrijven én nadien het haperend voorlezen van de Nieuwjaarsbrief. Vaak gebeurde dit laatste met knikkende knieën, maar het 'drinkgeld' achteraf maakte veel goed. Vader hielp trouwens met de suggestie om de brief bij peter en meter te eindigen met de niet mis te verstane boodschap: "Liefste Peter en Meter, hoe meer ge geeft, hoe beter." Waarna ik twintig frank kreeg.

Nieuwjaarsbrief

Stonden de brieven tot in de jaren zestig bol van holle frasen, dan is er sindsdien een tendens naar tekstuele eenvoud. Het vermoeden dat het kind zelf niet steeds begreep wat het voorlas, speelde ongetwijfeld een rol. De inhoud van de Nieuwjaarsbrief is afhankelijk van de inspiratie van de leerkracht. Een 'goede' brief bevat doorgaans drie elementen:

  • Bij de aanvang meldt de jeugdige schrijver hoe blij hij is de brief te mogen voorlezen.
  • Waarna hij terugblikt op de somtijds vergeefse pogingen van zijn ouders om hem enige opvoeding bij te brengen. Uiteraard is hij daarvoor dankbaar en vol van liefde.
  • Tenslotte belooft hij beterschap; hij zal voortaan braaf zijn en (meer) zijn best doen op school. De hand van de meester of de juffrouw is hier niet ver weg ...

Op de tentoonstelling waren Nieuwjaarsbrieven te bewonderen van burgemeester Joop Verzele (° 1972) en van de schepenen Hannelore Verzele (° 1977) en Robrecht Bothuyne (° 1979). We besloten hun pennenvruchten te toetsen aan de drie criteria van hierboven. Hebben ze in hun kinderlijke onschuld van toen 'goede' Nieuwjaarsbrieven geschreven en voorgelezen ? Vertonen die al de eerste kiemen van hun latere politieke ambities ? Ziehier de resultaten van een doorgedreven analyse.

Robrecht - hij is 12 jaar en kijkt al uit naar de overstap naar de 'grote school' - begint Nieuwjaarsdag 1991 in optima forma: "Dit is één van de mooiste dagen van het hele jaar", zo steekt hij van wal, "en ik ben oprecht blij U als één van de eerste mijn beste wensen voor een zalig en vreugdevol jaar te kunnen aanbieden". Van een vliegende start gesproken ! Van vreugde is bij Joop op 1 januari 1982 daarentegen bitter weinig te bespeuren. Hij opent met de nuchtere constatatie: "Het oude jaar is van de baan. Het nieuwe komt er aan". We merken hier een zweem van wat men later zal omschrijven als een 'politiek neutrale uitspraak'. Hannelore dan weer zondigt in 1989 meteen tegen de eerste regel van een goede Nieuwjaarsbrief; zwaarmoedige ernst domineert: "De mensen jagen en rennen door de dagen heen", constateert Hannelore, "Ze denken te veel en te vaak aan zichzelf en hun eigen belangen". Zoeken we het te ver als we stellen dat dit maatschappelijke bewustzijn van toen de basis is van haar politiek engagement van nu ?

Vervolgens erkent de lezer van de Nieuwjaarsbrief dat zijn ouders nu en dan toch wel op de tanden hebben mogen bijten bij de opvoeding van zoon- of dochterlief. Het besef dat hij of zij niet altijd even braaf is geweest, getuigt van een louterende zelfkennis. Hiervan getuigt schepen Hannelore, wanneer ze erkent: "Ik weet dat jullie zich steeds wegcijferen voor ons. Te dikwijls ben ik egoïstisch en denk enkel aan mezelf". Ook bij burgemeester Joop begint dit besef al op 9-jarige leeftijd door te dringen, als hij zonder schroom toegeeft: "Naarmate ik groter en ouder word, besef ik meer en meer met welke zorgen u mij dagelijks omringt, hoe U steeds met mij begaan bent, hoe geen enkele inspanning U te veel of te zwaar is.", waarna een gewetensonderzoek volgt: "En ik ? Wat stel ik in de plaats ?". Een rechtstreeks antwoord op deze nochtans prangende vraag krijgen we niet: "Ach, liefste Ouders", vervolgt de burgemeester in spe, "U bent met zo weinig tevreden" ... Ook schepen Robrecht is zich bewust van de ouderlijke zorgen en liefde: "Uw dagelijks werk, Uw vele tedere zorgen en de opofferingen die u zich voor mij getroost. Ik zal U altijd en overal gaarne helpen waar ik kan", zo besluit hij, waarmee hij inzake dadendrang toch een stap verder gaat dan collega's Joop en Hannelore.

Wat tenslotte met het voornemen van de voorlezer om meer zijn best te doen op school ? Hoe scoren onze drie gemeentebestuurders op dat vlak ? Robrecht is klaar en duidelijk: "Daarom wil ik U, door mijn uitslagen op school bewijzen dat ik heel dankbaar ben voor het onbeschrijfelijk vele dat u voor mij al deed en ongetwijfeld nog zult doen". Robrechts subtiele wenk aan zijn ouders op het einde van de zin is de aandachtige lezer beslist niet ontgaan. Hoe zit het met de schoolse attitude van de 11-jarige Hannelore ? Hierover zwijgt ze in alle talen, maar ze reikt wel een oprecht en volwaardig alternatief aan: "Dit jaar wil ik me echt inzetten om een zonnekind en vriendelijk en behulpzaam te zijn". Joop ten slotte vertolkt zijn voornemen als volgt: "Om U mijn dankbaarheid te bewijzen, zal ik mijn uiterste best doen op school en U altijd en overal gaarne helpen waar ik kan". Stuk voor stuk werden deze drie kinderbeloftes nagekomen.

Waarna Joop, Robrecht en Hannelore hun oprechte wensen overmaakten voor het nieuwe jaar. Hultheim sluit zich hierbij volmondig aan: aan allen een gezond, voorspoedig en actief 2013 toegewenst !