De bestuurders van Kruishoutem riepen de bevolking op om een naam te zoeken voor de nakende fusiegemeente. Op de webstek van de gemeente luidt het als volgt: Deze nieuwe naam zal de namen van de bestaande deelgemeenten niet vervangen en kan er dus ook niet mee samenvallen. De nieuwe naam moet dus een algemene naam voor beide gemeenten worden”.

gemeentehuis zingem    gemeentehuis kruishoutem

Is dit wel een opportune piste, zo vragen we ons af. Een algemene naam heeft immers nét het nadeel dat ie algemeen is. Het dreigt eenheidsworst te worden, waarbij krampachtig wordt gezocht naar dat éne elementje dat beide gemeenten geografisch, historisch, landschappelijk of op welk vlak dan ook in één naam zou kunnen binden. Hierbij wordt bij wijze van voorbeeld dan verwezen naar de fusiebenaming ‘Heuvelland’ voor de vereniging van gemeenten in het Ieperse. Net dit voorbeeld is kenschetsend in zijn vage nietszeggendheid; ‘Heuvelland’ is immers zowat overal toepasbaar waar er enkele molshopen te vinden zijn in het landschap.

IJverige geesten komen voor Kruishoutem-Zingem op namen, zoals ‘Voetvlaamsardennnen’, waarachter een geografische logica schuilt, maar wat beslist een mondvol is. Of de benaming ‘Rooigem’, omdat een beekje met die naam door beide gemeenten loopt. Tsja … .

Hultheims advies is: keep it simple, wees trots op het verleden van beide gemeenten en verwijs - zo één overkoepelende naam persé moet - naar het eigen heem, in dit geval naar de twee eigen hemen. Dan kom je logischerwijze bij bv. ‘Kruisingem’. Daar is niets mis mee. Het ligt voor de hand, het bekt goed (klemtoon bij voorkeur op de tweede lettergreep) en neemt de namen van beide gemeenten naar de toekomst mee. ‘t Is maar een gedacht en een aanzet tot een positieve gedachtenwisseling.