Fietsfanfares zijn de dag van vandaag een curiosum geworden. België kent er wel geteld nog twee. Eén ervan is de fietsende fanfare ‘De Zwaluw’ te Eernegem (ts. Torhout en Brugge). Bij het begin van de 20ste eeuw was dat toch even anders; toen schoten ze als paddenstoelen uit de grond.
Fietsfanfare 'De Zwaluw' in muzikaal-sportieve actie (foto Veronique Coulon).
In 1817 werd te Kruishoutem de Société d’Harmonie de Sinte-Cecilia opgericht. De harmonie zag bij de wissel van de 19de naar de 20ste eeuw hoe de fiets in het straatbeeld opdook. In 1904 werd binnen de schoot ervan een veloclub opgericht met de lijfspreuk ‘Rap en Knap’. Deze muziek spelende fietsers oogstten veel succes. In 1911 telde het genootschap 80 fietsende, koper blazende en trommelende leden. In het archief van Hultheim treffen we over ‘Rap en Knap’ documentatie aan die loopt tot 1914. Tijdens de Eerste Wereldoorlog had men begrijpelijkerwijze ernstiger zaken om handen dan al trompettende door Cruyshautem te fietsen.
Fietsfanfares waren meer dan jolige muzikanten op een bicyclette. Ze waren groene jongens avant la lettre, activisten die de politiekers aardig het vuur aan de schenen konden leggen, o.a. in hun strijd voor meer fietspaden. Een thema dat meer dan 100 jaar later nog brandend actueel is, zie: Werken aan de weg tussen Kruishoutem en Wortegem | Kruisem. In het Hultheim-jaarboek 2023 besteedt gastauteur Geert Vanmaeckelberghe, die een boek voorbereidt over het fenomeen van fietsfanfares in Vlaanderen, ook aandacht aan het Kruishoutemse ‘Rap en Knap’.