Deze maand herdenken we voor de 92ste keer de Wapenstilstand van de Eerste Wereldoorlog. In '14-'18 lag onze gemeente in het hinterland van het front. Hier werden verse Duitse troepen aangevoerd, of kwamen ze enkele weken uitrusten van de gevechten aan de IJzer. Tussen Wannegem en Kruishoutem langs de Oudenaardsesteenweg hadden de Duitsers op Zijldegemkouter een militair vliegveld aangelegd.
Informatie over de vluchtbewegingen interesseerde de geallieerden ten zeerste. Dat wisten in Wannegem enkele wakkere kerels; ze besloten inlichtingen in te winnen en deze met duivenpost door te spelen. De duiven werden meestal 's avonds in een korfje, vastgehecht aan een klein valscherm, uit een Brits vliegtuig gegooid. Aan hun pootjes hadden de diertjes een capsule met nieuws van het front en instructies voor het spionagenet, dat via dezelfde weg informatie terugstuurde. Het waren goed getrainde reisduiven die aanstonds terugvlogen naar hun eenheid in de frontstreek.
De Wannegemse groep opereerde onder de codenaam 8540, wat stond voor het aantal kinderen dat ze elk hadden. N8 (de meest productieve) was Alfons Baertsoen, jachtopziener van het kasteel de Ghellinck. Zijn taak bestond erin de gedropte duiven op te vangen. N5 was brouwer Charles Tsjoen, die tijdens zijn rondes veel interessante weetjes kon verzamelen. Hij doorkruiste immers de ganse streek en kwam overal binnen, ook in de kastelen, die door de Duitsers waren bezet. N4 was gemeentesecretaris Jan Gabriëls die door zijn functie zicht had op het aantal gestationeerde vijandelijke troepen. N0 was koster Remi Tsjoen, vrijgezel. Deze verborg en verzorgde de duiven in de kerktoren. Ontelbare keren is Remi tijdens de oorlog heimelijk de toren opgeklommen, de zakken gevuld met brood en graan.
Hun voornaamste taak bestond in het signaleren van de Duitse troepenbewegingen. Dit liep echter niet altijd van een leien dakje, wat blijkt uit het volgende verhaal met een groot 'Allo ! Allo! - gehalte. Zekere nacht ontwaart Alfons, de 'garde chasse', een mandje met een duif in de top van een lork. Omdat hij zelf iets te corpulent is om in de boom te klimmen, haalt hij zijn zoon Pius erbij. Ofschoon een aalvlugge knaap, geraakt ook die niet tot bij de duif. Wat gedaan? De vier Wannegemse spionnen steken de hoofden bij elkaar en besluiten de boom de volgende nacht om te zagen. Om eventuele Duitsers af te leiden, staat jachtopziener Baertsoen de volgende dag op uitkijk, angstig om zich heen spiedend en met luttele meters boven zijn hoofd de hongerige duif. Van zodra het duister valt, zet het viertal met zaag en bijl de aanval in op de boom. Na veel gezweet en gezwoeg valt deze, maar blijft helaas haken in de takken van een andere lork. Deze dan maar ook omgezaagd. Het geluk staat hen niet bij die nacht. Tegen 4.00 u. 's morgens vallen uiteindelijk beide bomen om, maar verpletteren het ongelukkig beestje. De duif is dood. Het is wellicht hier dat Toon Hermans zijn inspiratie haalde voor zijn beroemde sketch. Gelukkig kunnen de instructies wel worden gerecupereerd.
Meer succes hebben de vier van 8540 in 1917. Dat jaar leggen de Duitsers net voorbij de grens met Wortegem een vliegveld aan in de buurt van het Hof van Walem. Die zomer worden de omwonende boeren er verplicht alle hoogstammige bomen af te zagen en de landerijen te effenen. Brouwer Tsjoen volgt op zijn ronde met groeiende interesse vanuit het nabij gelegen café 'De Klei' het verloop van de werkzaamheden. Nadat de loodsen zijn opgetrokken, voeren de Duitsers munitie aan.
Het ogenblik is aangebroken om bij gunstige wind met een ballon de geallieerden te verwittigen. Deze moet in de brouwerij (zie foto anno 2010), die over CO2-gas beschikt, worden opgeblazen. Probleem: het dorp zit vol Duitse militairen; twee slapen zelfs in bij brouwer Tsjoen! Deze gooit het op een akkoordje met Anna De Vrieze van herberg 'Het Handelshuis'. Daar hij het volle vertrouwen heeft in de capaciteiten van deze jongedame, vraagt hij haar om de twee Fritzen 's goed te soigneren, maar ze moet er wel voor zorgen dat ze om 21.00 u. terug bij de brouwer zijn. Daar worden ze nog 's onthaald op enkele glazen wijn en een paar cognacskes. Om 22.00 u. vertoeven beide dienaars van der Kaiser moe, maar tevreden in dromenland en kan de ballon in de kelder van de brouwerij worden opgeblazen. Deze wordt buiten verwachting zo groot dat de vier zich moeten reppen om hem naar buiten te wringen, waar hij aan de hand van de bijgevoegde instructies verder tot zijn normaal volume wordt opgeblazen. Om 23.00 u. stijgt de ballon langs de schouw van de brouwerij op in de maneschijn om vervolgens richting westen te kiezen.
Twee dagen later bombarderen Britse oorlogsvliegtuigen de ganse installatie van het pas aangelegde vliegveld bij Walem. Alles schiet in brand, loodsen en munitie vliegen kletterend in de lucht. Ons viertal glimt van innerlijke trots en genoegen. Brouwer Tsjoen kan niet weerstaan aan de verleiding om een bezoekje te brengen aan estaminet 'De Klei' om te vragen of er toch geen burgerslachtoffers zijn gevallen. Dit is gelukkig niet het geval.
Ondanks alle voorzorgen om de activiteiten zo clandestien mogelijk te houden, lekt één en ander toch uit. Er wordt te veel over reisduiven geroddeld in Wannegem. Brouwer Tsjoen mag het gaan uitleggen op de Kommandantur te Oudenaarde. Men kan hem wel niets ten laste leggen, maar de vier kijken in het laatste jaar van de oorlog toch uit hun doppen.
Na het einde van 'the Great War' worden Alfons, Charles, Jan en Remi voor hun moedig gedrag door de Britse Koning bedacht met de Intelligence Service Order Medal, een onderscheiding die normaliter enkel English spies te beurt valt. Hun heldendaden mogen 92 jaren later niet worden vergeten. De vier van Wannegem riskeerden in 1917 hun leven voor onze vrijheid in 2010. Laten we even aan hen denken op 11 november aanstaande.