Kruishoutemse Curiosa
Een stapel stenen houdt op een stapel stenen te zijn, op het moment dat een enkele man er naar kijkt met in zijn hoofd het beeld van een kathedraal.
- Antoine de SAINT-EXUPERY (1900-1944), Frans schrijver.
Kruishoutem heeft zijn Kerken en Kastelen, zijn Kruisen en Kapellen. Allemaal monumenten waarop we prat kunnen gaan, trots mogen zijn. Maar daarnaast zijn er in het landschap van onze gemeente diverse andere stukjes historisch erfgoed te ontwaren. Zwijgende getuigen van vervlogen decennia, vaak verborgen en verstild in de tijd. Soms met littekens, soms gewoonweg aardig om te zien.
Hierna volgen 25 Markante Monumenten, kris kras doorheen Kruishoutem, curieus en soms verrassend. Ofwel zijn ze waarneembaar van op straat, of ze zijn publiek toegankelijk. We willen u niet op verkeerde gedachten brengen: respecteer dus wat privé is en bewonder discreet van op de openbare weg.
Fraai memoriaal voor de Kruishoutemse jongens die sneuvelden in den Grooten Oorlog. Vervaardigd door de Deinzese beeldhouwer Antoon Van Parys. Ingehuldigd in 1923. Stond toen op het plein vóór het gemeentehuis. Werd in 1949 verplaatst tussen de Sint-Eligiuskerk en 't Kloefke. Het gemeentebestuur vreesde dat door de aanleg van den automobielsnelweg Brussel-Oostende (E40) het centrum meer auto's zou te slikken krijgen; het monument zou een obstakel zijn voor de zich naar Knokke haastende frigoboxtoerist ...
Zie:
- DE BORGGRAEVE Edwin, Wereldoorlog I: de bevrijding van Crysanthen op Allerheiligen 1918, Jaarboek 2004, p. 144-186.
- DE BEL Raoul, Hoe Kruishoutem zijn oorlogen herdacht, Jaarboek 2011, p. 185-204.
Het orgelpunt van de Engelse landschapstuin ten noordwesten van het Nieuw Kasteel te Nokere. Gebouwd in 1895 in opdracht van graaf Pierre Ruffo de Bonneval. Was bovenaan uitgerust met een windmolen. Het regenwater werd opgevangen in een betonnen put van 3m. diameter en door het windmolentje opgepompt. Door hydraulische druk werd het kasteel constant van stromend water voorzien. De toren evoceert de Middeleeuwen door zijn brede voet, de schietgaten, de overkragende boogfries en de kantelen.
Zie:
- KINDS Lieven, Acht eeuwen Nokere, 1996, p. 106-107.
De godsvruchtige Wannegemnaar Henri Gabriëls schopte het in 1891 tot bisschop in de USA. Maar hij bleef de band met zijn geboortedorp onderhouden. Bewijs: zijn schenking van twee prachtige brandramen aan de op het einde van Wereldoorlog I geteisterde Sint-Machutuskerk. Eén ervan geeft de beeltenis weer van Sint Franciscus van Sales met eronder het wapenschild en de lijfspreuk van de bisschop: "In virtute Dei"-'In de kracht van God". De brandramen werden geplaatst in het begin van de jaren twintig van de vorige eeuw.
Zie:
Uitzondering op de regel dat geen kapellen aan bod komen. Langs de Huisepontweg voorbij het kasteel van Wannegem-Lede richting Huise staat een kapel, eenzaam en verlaten. Volgens de overlevering is ze opgemetst na de Slag van Oudenaarde (11 juli 1708), waarin Franse legereenheden het opnamen tegen Engelse, Spaanse, Habsburgse en Nederlandse troepen. Tussen de 5.000 à 7.000 mannen zouden die dag op de velden tussen Huise, Wannegem-Lede en Oudenaarde het leven hebben gelaten. De kapel markeert het noordwestelijke punt van het strijdtoneel van toen. L'été meurtrier: een stille getuige van een moordende zomerdag ...
Zie:
Donderdag 31 oktober 1918. Miezerig weer. De Amerikaanse 37ste Div. rukt van Olsene op richting Schelde. Vanuit Kruishoutem centrum worden de Yankees hevig bestookt door Duits afweergeschut. De obussen doden niet enkel soldaten, ze vernielen ook gebouwen. De school van De Marolle incasseert een voltreffer die ramen en deuren aan diggelen slaat en de achtermuur openrijt.
Tot de zomer van 2017 was aan de hand van de kleur van de bakstenen de plaats van de obusinslag duidelijk waarneembaar. Het was het laatste litteken van De Grooten Oorlog, nog zichtbaar in Kruishoutem. Toen werd de verlaten school met de grond gelijk gemaakt.
Zie:
- DE BORGGRAEVE Edwin, Wereldoorlog I: de bevrijding van Crysanthen op Allerheiligen 1918, Jaarboek 2004, p. 144-186.
- Ze sneuvelden voor ons. Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje november 2011, p.19.
- DE BORGGRAEVE Edwin, Kruishoutem in de parochiale oorlogsverslagen van 1919, jaarboek 2019, p.115-140.
Ten noordwesten van het kasteeldomein van Kruishoutem situeert zich op het Tjolleveld een waterbevoorradingsinfrastructuur. Deze werd er aangelegd op initiatief van graaf Willem-Jozef vander Meere in de 18de eeuw en uitgebreid op het einde van de 19de eeuw. Het kleine gebouw met bron, filterput en ondergronds captatienet is nu nog operationeel. Door een vernuftige toepassing van de wet der communicerende vaten komt het water uit de bron via een keramieken buizenstelsel terecht in een reservoir in het noordelijke dienstgebouw op het kasteeldomein. De overloop van het water komt in de omgrachting van het kasteel terecht. Twee op het reservoir aangesloten buizen brengen het water naar de fontein of naar de kelderkeuken (foto’s Carl Delacauw).
Zie:
nbsp;
In 1885 genas de Lozerse boerendochter Stephanie De Clercq na een bezoek aan de grot te Lourdes miraculeus van een ongeneeslijk gewaande ruggengraatziekte. Na haar triomfantelijke terugkeer werd op het kerkhof van Lozer een kapel gebouwd ter ere van de H. Maagd Maria. In de achtermuur ervan werd een stukje rots ingemetst dat Stephanie vanuit de Lourdesgrot had meegebracht. Aanraking van de steen tijdens de ommegang van Lozermei strekt tot aanbeveling. Baat het niet, het schaadt niet.
Zie:
Omstreeks 1735 wordt ten zuidoosten van het kasteeldomein van Ayshove in opdracht van graaf Willem vander Meere een steenbakkerij opgericht. De werkplaats - niet meer dan een openluchtexploitatie - is er in de eerste plaats voor eigen gebruik, maar levert mettertijd ook aan derden. Door het verdwijnen van de strodaken wordt vanaf 1887 overgeschakeld naar het bakken van pannen. De site blijft operationeel tot na de Tweede Wereldoorlog en wordt gesloopt in de zestiger jaren. Alleen de ranke, neogotische directiewoning de dato 1897, opgetrokken op last van burggravin Julie Desmanet de Biesme, en een opslaggebouwtje met uniek dak (maltakruis - het embleem van de pannenbakkerij) bleven bewaard. Naast kwaliteitsvormige pannen bakte men er ook siervoorwerpen.
Zie:
Wie van Wannegem Ploatse de Fonteinstraat induikt, merkt aan de voormalige ‘Kazernen’, voorbij de vroegere brouwerij T’Sjoen een klein bouwsel met dakbedekking op een twintigtal meters rechts van de openbare weg. Het zou kunnen doorgaan voor een kapelletje. Schijn bedriegt. Het is de overkapping van een fontein, die ooit fris en kristalhelder water verschafte aan de gezinnen die in de onmiddellijke buurt woonden. Door bodemverontreiniging is het water nu niet meer drinkbaar. Ook brouwer T’Sjoen haalde tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw zijn voordeel uit de bronnenrijke omgeving. Het Wannegemse water diende als basisgrondstof voor zijn bierklassiekers Balder Pils, Unic Pils, Kenia Pils, Extra Bock en Super DD.
Zie:
Relict van de Belgische revolutie en onafhankelijkheid. De eerste vrijheidslinde werd op de dries (driehoekig plein) van Nokere geplant in 1830; ze gaf de geest in haar eerste levensjaar. De tweede, afkomstig van hoeve 'Ter Wolfshaeghe', werd 162 jaar. De actuele boom, die in de winter van 2011 nog snedig werd gesnoeid, is de vierde versie (incl. één officieus ad interim-exemplaar). Als monument geklasseerd sinds 1962.
Zie:
- KINDS Lieven, Acht eeuwen Nokere, 1996, p. 265-266.
- De vrijheidsboom van Nokere, Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje september 2016, p.22.
De locatie van de grafkelder van de familie de Ghellinck d’Elseghem aan de achterzijde van de Sint-Dionysiuskerk te Lede wordt uitgelijnd door 7 arduinen paaltjes. Bij de begrafenis van een familielid wordt de ondergrondse keldertrap vrijgemaakt, na de ceremonie weer met aarde dichtgegooid en vervolgens met struiken beplant of met gras bezaaid. Tegen de apsis van de kerk een piëtabeeld met op de sokkel het wapenschild van het adellijk geslacht. In de kelder werd de anderhalve maand jonge baby van Jean-Baptiste XIII de Ghellinck d’Elseghem en van zijn vrouw Louise bijgezet op 8 juni 1897. Zijn moeder volgde hem 25 jaar later, zijn vader 30 jaren later.
Zie:
- DE BORGGRAEVE Edwin, De ridder die streed voor sociale zekerheid: Jean-Baptiste de Ghellinck d’Elseghem, jaarboek 2017, p.117-142.
- DE BORGGRAEVE Edwin, De ridder die streed voor sociale zekerheid, Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje oktober 2017, p.27.
- DE BORGGRAEVE Edwin, Van kasteelheren en buitenlieden, Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje oktober 2014, p.21.
- Rubriek ‘Kruishoutemse Cinema’, jaarboek 2017, filmpje over Jean-Baptiste XIII de Ghellinck d’Elseghem: http://www.hultheim.be/index.php/kruishoutemse-cinema/485-jaarboek-2017.
- Rubriek ‘Krasse Kruishoutemnaren’: http://www.hultheim.be/index.php/krasse-kruishoutemnaren/460-jean-baptiste-xiii-de-ghellinck-d-elseghem-1867-1927.
- Rubriek ‘Kruishoutemse Kastelen’: http://www.hultheim.be/index.php/kruishoutemse-kastelen/131-wannegem-lede-le-petit-trianon.
Herlegem Kasteel dateert van 1711. Omstreeks 1875 liet jonkheer Adolphe van Pottelsberghe de la Potterie aan de rand van het kasteelpark een decoratief bakstenen paviljoentje optrekken. Een bevallig vierkant gebouwtje onder een tentdak, met aan de noord- en zuidkant een overdekt terrasje. Was de ideale plaats om te verpozen na een verkwikkende wandeling in het park. Sigaartje in de linker-, coupke champagne in de rechterhand. Those were the days ...
Zie:
- OMD-brochure, 13 september 2015, 'Herlegem'.
- GOEMINNE Luc en DE CLERCQ René, De heren van Herlegem en de watermolen van Herlegem, Jaarboek 2008, p. 23-44.
- DE LOENZIEN Hervé, De dramatische septemberdagen 1944 aan herberg 't Jaar Veertig te Waregem en Herlegem Kasteel te Kruishoutem, Jaarboek 2011, p. 171-184.
- DE BORGGRAEVE Edwin, Dertig jaar geleden in Kruishoutem: Herlegem Kasteel in vuur en vlam, Jaarboek 2011, p. 224-241.
- Herlegem Kasteel dertig jaar geleden in lichterlaaie, Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje, april 2011, p.19.
- Adolphe en de Duitsers, Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje, november 2012, p.23.
- Herlegem, verborgen heerlijkheid, Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje, september 2015, p.25.
- deze website, rubriek 'Krasse Kruishoutemnaren'.
Connecties tussen elektriciteitscabines werden in België voor het eerste aangelegd in 1911. Het jaar nadien al waren Wannegem en Lede op het prille elektriciteitsnet aangesloten. Het was baron Jean-Baptiste de Ghellinck d'Elseghem XIII, die de beide dorpskernen én en passant ook zijn kasteel van dit moderne snufje liet voorzien. Het feit dat hij zetelde in de Raad van Bestuur van de Nationale Elektriciteitsmaatschappij zal waarschijnlijk wel hebben geholpen. Dit jaar vieren de twee dorpen '100 jaar elektriek'. 't Zou wel 's vonken kunnen geven.
Zie:
- DHONDT Oscar, Wannegem en Lede, Jaarboek 2003, p. 98-114.
- Foto's vroeger en nu, Jaarboek 2011, p. 262.
Tekst: "Vrije Katholieke lagere school anno Dei 1879". Een overblijfsel van de schoolstrijd, die tussen katholieken en liberalen in 1879 losbrak na de Wet Van Humbeeck. Die verplichtte de gemeenten tot officieel onderwijs en verbood subsidies aan katholieke scholen. Van de weeromstuit werden overal te lande katholieke scholen gebouwd, zo ook in de Hoogstraat waar nog datzelfde jaar de vrije lagere school uit de stijgers verrees. In 1905 uitgebreid met een haakse vleugel (Patronage). In 1923 overgedragen aan de parochiale werken. Indien Kruishoutem in 1839 de trein niet had gemist, had u hier nu trouwens op een stationsperron gestaan. Het compex werd in 2019 afgebroken.
Zie:
- OMD-brochure, 12 september 2010, 'Van kruis tot kruis'.
- OMD-brochure, 11 september 2016, 'Rond de toren'.
- TANT Paul, Heeft Kruishoutem de trein gemist ?, jaarboek Hultheim 2013, p.110-121.
- Van moortelbroeders en snotmuilen, Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje, oktober 2015, p.19.
- DE BORGGRAEVE Edwin, 110 jaar Patronage (1906-2016), jaarboek 2016, p.230-237.
- DELACAUW Carl en DE BEL Raoul, Het oog van Carl. De Patronage, jaarboek 2019, p.182-187.
Verscholen tussen het groen achterin het kerkhof, rechts van 'Klirkies kapelle'. Opgetrokken in 1872 door baron Adolphe della Faille d'Huysse (1798-1873). In ruil moest tot in de eeuwigheid een gezongen mis doorgaan in de kerk ... Boven de deur het wapenschild van de familie; een banderol met de lijfspreuk "(nec) Fallere nec Falli ("Noch bedriegen, noch bedrogen worden")". Binnen te zien: plaasteren piëtabeeld vóór een roosvenster in gebrandschilderd glas. De zijwanden zijn bekleed met witmarmeren obiits (grafplaten) van overleden familieleden.
Zie:
- DEVOS Patrick, Lozer, een (on)bekend gehucht, een echt dorp. Kleine historische schets van site, parochie, kerk, pastorie en kerkhof, Jaarboek 2009, p. 178-215.
- DE BORGGRAEVE Edwin, Schets van een 19de eeuwse plattelandsaristocraat: Adolphe della Faille d'Huysse (1798-1873), Jaarboek 2013, p.90-109.
- 'Adolphe, Benedict en Barbet', Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje september 2009, p. 21.
- 'Wat zou Lozer geweest zijn zonder baron Adolphe?', Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje juli-augustus 2013, p.23.
Opgericht in de negentiende eeuw. Uitgebreid tot een stoombrouwerij in 1896, stopgezet in 1964. Vanaf 1940 gekend als Brouwerij 'De Fontein'. Op haar hoogtepunt stelde de zaak 16 personeelsleden te werk en bevoorraadde ze evenveel cafés. Gesmaakte huismerken: Kenia Pils, Extra Bock en Super DD. Zijn nu nog te zien: het brouwershuis aan de straat, een dwarsschuur links op het achtererf en het voormalige brouwerijgebouw rechts. Brouwer Charles Tsjoen spioneerde in de Eerste Wereldoorlog voor de geallieerden en werd onderscheiden met de Britse Intelligence Service Order Medal.
Zie:
De Paters Passionisten streken in 1925 neer op De Marolle. Ze zorgden niet enkel voor de zielennood van de Marolliens, ze gaven de wijk ook een hechter gemeenschapsgevoel. Naar aanleiding van het Mariajaar in 1954 liet overste Pater Achiel Bral naast de kerk in de hoek van de tuin een Mariagrot optrekken. De klus werd geklaard in de maanden september-oktober: 80.000 kg rotsblokken vormden een grot van 20 meter lengte en tot 3,50 meter hoog. De bidplaats werd op zondag 21 november 1954, feest van O.L. Vrouw Opdracht, ingezegend. In 1987 gerestaureerd. Samen met de afbraak van het klooster in het voorjaar van 2016 verdween ook de grot. De Marollenaars trokken daarom een replica-grot op in de Sint-Gabriëlkerk.
Zie:
- VERZELE Gaby, VERZELE Jozef en VAN CAUWENBERGHE Johan, De passionisten en de Marolle: 78 jaar intens samenleven, 2004, p. 202-228.
- Brochure OMD, 14 september 2008.
Gebouwd in 1963. Initiatief van René D'Huyvetter, toen gemeentesecretaris en voorzitter van de plaatselijke VAB-VTB afdeling. Toren in redwood (sequoia), opgetrokken tussen vier betonnen palen. Staat op een hoogte van 57 m. boven de zeespiegel. Het panorama reikt het verst in noordoostelijke richting; de Leievallei van de zuidrand van Gent over Deinze naar Zulte. De E17 vormt een lint in het landschap. De uitkijktoren staat op de overgang van het vlakke Zandig Vlaanderen naar het golvend landschap van de Vlaamse Ardennen.
Zie:
- KINDS Lieven, WAUTERS Mia en DE BEL Raoul, Van nature een monument ..., Jaarboek 2005, p.211-220.
- DE BORGGRAEVE Edwin, 50 jaar VTB-Uitkijktoren, Jaarboek 2013, p.184-200.
- Foto's vroeger en nu, Jaarboek 2009, p. 264.
- 50 jaar VTB-Uitkijktoren, Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje mei 2013, p.19.
In 1785-1786 liet de Gentse industrieel Alphonse Baut de Rasmon tussen Wannegem en Lede een kasteel bouwen. Meteen startte hij ook de aanleg van een park dat afdaalde naar de verbindingsweg tussen de beide dorpskernen. De waterpartijen aan de overkant voegde hij samen tot één vijver en op een eilandje liet hij een tholos, een open imitatie Grieks tempeltje optrekken. Waarom ? Tsja, zomaar ... omdat het leuk stond in het landschap ! En, Alphonse had gelijk; het is nog steeds een streling voor het oog. Het inspireerde zelfs kunstenaars, wat blijkt uit de negentiende eeuwse muurschilderingen in het (helaas afgebroken) Huis Storme te Waregem.
Zie:
- DHONDT Oscar, Wannegem en Lede, Jaarboek 2003, p. 98-114
- 225 jaar Kasteel van Wannegem-Lede, Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje juli-augustus 2010, p. 21.
- Van kasteelheren en buitenlieden, Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje, oktober 2014, p.21.
Net als de Patronage in de Hoogstraat in ijltempo gebouwd als reactie op de liberale Wet Van Humbeeck (1879). De verschillende soorten baksteen geven duidelijk de stapsgewijze uitbreiding van de vrije katholieke school van Nokere aan. Het linkerdeel is - samen met de onderwijzerswoning ernaast - het oudste (1879). Het middenstuk werd aangebouwd in 1922 n.a.v. de uitbreiding van de leerplicht met een vierde graad, de rechterzijde kwam er in 1958 (integratie van de laagste klassen die tot dan onderwijs hadden genoten in de nabije - nu verdwenen - kloosterschool). Voor het stijgend aantal leerlingen werden in 1996 twee moderne klaslokalen onder het dak uitgewerkt.
Zie:
- DHONDT Raf, 125 jaar vrije katholieke school in Nokere, Jaarboek 2004, p. 124-143.
- DHONDT Raf, 'Kroniek van een dorpsschool. 125 jaar vrije katholieke school Nokere', uitgave in eigen beheer, 2005, 96 blz.
- Nokere: dorp van betogingen, Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje december 2011, p.21.
- Van moortelbroeders en snotmuilen, Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje oktober 2015, p.19.
In 1930 liet burgemeester Aimé Ducatillon in Lozerbos een aardig buitenverblijfje optrekken, kwestie van des avonds op verhaal te kunnen komen na de zware dagtaak als burgervader én koopman. Lang kon hij er niet van genieten; hij overleed vijf jaar later. Het huisje verkommerde en werd in 1988 'vakkundig' afgebroken door enkele puberende adolescenten uit Lozer. Ondanks hun jeugdige kracht slaagden ze er niet in de pomp te slopen.
Zie:
- Foto's vroeger en nu, Jaarboek 2009, p. 265.
Ingehuldigd op 8 september 1946 ter nagedachtenis van de Kruishoutemse burger- en Britse militaire slachtoffers, op woensdag 6 september 1944 in cold blood afgemaakt door terugtrekkende Duitse soldaten nabij herberg 'De Haas' aan de Waregemsesteenweg. Ontwerp van architect Albert De Schuymer. De namen van de gesneuvelden zijn doorheen de jaren geërodeerd en amper nog leesbaar.
Zie:
- DE BORGGRAEVE Edwin, Wereldoorlog II: de bevrijding van Kruishoutem in de septemberdagen 1944, Jaarboek 2006, p. 107-172.
- DE BEL Raoul, Hoe Kruishoutem zijn oorlogen herdacht, Jaarboek 2011, p. 185-204.
Opgericht op de vergane teerlingen van de 'Grooten Molen' of Steyaertmolen, geveld door een najaarsstorm in 1959. In 1981 bracht Etienne Van Hoe vanuit de polders van Houtave (tussen Brugge en Oostende) een molenkarkas over naar Wannegem. Dit ging niet zonder slag of stoot; de champetter schoot, Etienne verschoot, riskeerde de dood en ontsnapte ternauwernood ! De molen had meteen zijn naam en verhuisde naar Wannegem.
Zie:
- DE BORGGRAEVE Edwin, Dertig jaar geleden in Kruishoutem: de Don Quichot van Wannegem en de schietsjampetter van Houtave, Jaarboek 2011, p. 206-223.
- Daarbij die molen, die mooie molen ..., Kruishoutemse Kroniek, juli-augustus 2011, p.21.
nbsp;
Hoezo? Hier is niets te zien; enkel gras en weiden! Klopt. Maar, wat telt, is niet wat u (niet) ziet, maar wat onder de zoden zit/zat, zijnde een schat aan archeologische vondsten. In 1990 werd er bijvoorbeeld een unieke Gallo-Romeinse houten waterput uit de bodem getakeld, een oudheidkundig curiosum dat sindsdien de musea van de wereld afreisde. Deze site is het alleroudste Kruishoutem. Hier woonden onze voorvaderen vooraleer ze verhuisden noordwaarts naar het huidige centrum.
Zie:
- BRAECKMAN Kurt, Van sluitspeld tot pronkjuweel: Romeinse mantelspelden gevonden te Kruishoutem, Jaarboek 2002, p. 11-18.
- MONSIEUR Patrick en BRAECKMAN Kurt, Wijn, olijfolie en vissausen op de Kapellekouter, Jaarboek 2004, p. 11-14.
- BRAECKMAN Kurt, Over Verecundus, oudst bekende inwoner van Kruishoutem, de oorlogsgod Mars-Camulus en ... de Oosterse god Attis ?, Jaarboek 2011, p.11-15.
- Rare jongens die Romeinen! Van waterput tot stort, Kruishoutemse Kroniek, oktober 2010, p.25.
Een ster met in de hoeken vier cijfers: 1771. Symboliseert de naam van de herberg (zeker sinds 1722) en later ook van de brouwerij 'De Sterre' (vanaf 1850), op deze locatie gevestigd. Inspiratie vond men in het kerstverhaal; de ster wees de weg naar de herberg ... een sterk staaltje Kruishoutemse horeca-GPS van een 240 jaar geleden! In 1944 bleef die sterre voorgoed stille staan; de brouwer gaf er de brui aan. De bewoner van het nieuwe pand recupereerde de gevelsteen en integreerde deze smaakvol in zijn woning.
Zie:
- GHEYSENS Rudy en VAN CAUWENBERGHE Johan, Huisbrouwers-herbergiers te Kruishoutem en omgeving in de 17de eeuw en herbergen te Kruishoutem in de 18de eeuw, Jaarboek 2006, 61-75.
Hier heeft de natuur, de tijd én de mens zijn werk (goed) gedaan; een ecologisch waardevol bosgebied van 3 ha, verscholen in een kort dal (vandaar de naam) langs een beek met permanent hoge waterstand. Sporen van vlasrootputten einde 19de-begin 20ste eeuw zijn nog vaag traceerbaar. Grotendeels hakhoutbos van zwarte elzen en es. In de lente is de bodem een kleurentapijt (gele dotterbloem, slanke sleutelbloem, reuzenpaardestaart). In de winter worden sperwers, blauwe kiekendieven en koperwieken waargenomen. Elk jaar komen in de knotwilgen koppels steenuilen broeden. Kortom, een natuur- en vogelparadijs.
Info:
- Bij conservator Lieven Kinds, 09 / 383 71 39.
Een (kerk)pui of roepsteen is een opgehoogde steen, gebruikt door de champetter of gemeentebode om na de zondagse hoogmis verordeningen af te kondigen. Met de opkomst van de kranten is dit gebruik verloren gegaan. In Wannegem ligt de pui vlak achter de rechter toegangspaal tot de kerk. Het is een voormalige grafzerk, die wellicht in de plaats is gekomen van de vernielde steen, die nog gedeeltelijk zichtbaar is op de hoek van het perkje ernaast. In Lede bevindt de roepsteen zich vlak vóór de linker hekkenpaal die toegang verleent tot de kerk. Links ervan ligt een groter arduinen exemplaar van latere datum. Wil u een boodschap verkondigen? Het kan in Wannegem en in Lede. Kruip op de pui en shout it out loud !
Zie:
Ietwat pompeus neogotisch funerair monument, opgetrokken in 1848 door burggraaf, volksvertegenwoordiger en senator Pierre-Charles Desmanet de Biesme (1793-1865), eigenaar van het kasteel van Ayshove (na gedwongen verkoop door zijn spilzieke schoonbroer Auguste Van der Meere - zie 'Krasse Kruishoutemnaren'). Architect: Pierre Nicolas Croquison (1806-1887), die in 1855 verantwoordelijk zou zijn voor de Sint-Eligiuskerk. Gerestaureerd in 1975. In het memoriaal de beeldengroep 'Dood van de H. Jozef' in Franse steen (geplaatst in 1873).
Zie:
- GOEMINNE Luc, De oudste heren van Aishove-Machelen, nazaten van de heren van Oudenaarde, Jaarboek 2008, p. 11-22.
- GOEMINNE Luc, De plaatsnaam Aishove te Kruishoutem, Jaarboek 2011, p. 62-63.
- Kruishoutemse losbol smeedt complot tegen de Koning, Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje september 2011, p.23.
- OMD-brochure, 11 september 2016, 'Rond de toren'