Verscholen tussen het groen achterin het kerkhof, rechts van 'Klirkies kapelle'. Opgetrokken in 1872 door baron Adolphe della Faille d'Huysse (1798-1873). In ruil moest tot in de eeuwigheid een gezongen mis doorgaan in de kerk ... Boven de deur het wapenschild van de familie; een banderol met de lijfspreuk "(nec) Fallere nec Falli ("Noch bedriegen, noch bedrogen worden")". Binnen te zien: plaasteren piëtabeeld vóór een roosvenster in gebrandschilderd glas. De zijwanden zijn bekleed met witmarmeren obiits (grafplaten) van overleden familieleden.
Zie:
- DEVOS Patrick, Lozer, een (on)bekend gehucht, een echt dorp. Kleine historische schets van site, parochie, kerk, pastorie en kerkhof, Jaarboek 2009, p. 178-215.
- DE BORGGRAEVE Edwin, Schets van een 19de eeuwse plattelandsaristocraat: Adolphe della Faille d'Huysse (1798-1873), Jaarboek 2013, p.90-109.
- 'Adolphe, Benedict en Barbet', Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje september 2009, p. 21.
- 'Wat zou Lozer geweest zijn zonder baron Adolphe?', Kruishoutemse Kroniek, Eierdopje juli-augustus 2013, p.23.