Zoals vele adellijke families hebben opeenvolgende generaties della Faille d’Huysse blijk gegeven van koningsgezindheid en vaderlandsliefde. Het begint bij de Belgische onafhankelijkheid als François-Maximilien (1771-1844) en diens zonen Adolphe (1798-1873) en Hippolyte (1799-1875) zich onmiddellijk engageren in de nationale politiek. Tijdens de Grooten Oorlog sneuvelt vrijwilliger François (1885-1916), broer van Agnès (1888-1971), aan het IJzerfront. Deze laatste, burgemeester van Huise-Lozer van 1927 tot 1970, is actief in de weerstand zowel in de Eerste als in de Tweede Wereldoorlog. In 1944 worden haar verzetsactiviteiten haar bijna noodlottig. Haar zus Marie-Madeleine (1893-1945) (zie foto) moet het zelfs met haar leven bekopen. De exacte omstandigheden van hun arrestatie zijn nooit opgehelderd en gingen de geschiedenis in als de ‘Zaak Namen’.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt Agnès door de Duitse bezetter uit het burgemeestersambt van Huise-Lozer gezet. In december 1942 sluit ze aan bij de inlichtingendienst en ontsnappingsrouteTempo, een weerstandsorganisatie met roots in de regio Namen. Ze is sectorverantwoordelijke, eerst voor de beide Vlaamse provincies, nadien voor Oost-Vlaanderen.
Op maandag 10 januari 1944 - deze maand 70 jaar geleden - wordt ze door de Gentse GFP (Gruppe Geheime Feldpolizei Reichssicherheitsdienst) in haar kasteel te Lozer opgepakt en afgevoerd naar de Nieuwe Wandeling te Gent. De vrijdag ervóór (7 januari 1944) is haar zuster - sinds haar huwelijk met graaf Amédée de Beauffort woonachtig te Namen - aldaar ook al gearresteerd. Twee dagen na haar aanhouding wordt Agnès van Gent naar Sint-Gillis overgebracht, waar ze uiteindelijk op dinsdag 18 januari 1944 bij gebrek aan bewijzen wordt vrijgelaten. Uitgerekend diezelfde dag wordt haar zuster van het prison te Namen overgebracht naar datzelfde Sint-Gillis. Voor Marie-Madeleine is het helaas a one way ticket, een laatste etappe vóór haar deportatie naar Duitsland. Ze wordt vergast in het concentratiekamp Ravensbrück (waarschijnlijk) in maart 1945.
De oorzaak van de arrestatie van de zusters della Faille d’Huysse is tot heden een mysterie gebleven. In een interne anonieme nota aan koningin Elisabeth over de aanhouding van haar vroegere hofdame Agnès staat te lezen: “Niemand kent de motieven van de aanhouding. Sommigen zeggen dat er in deze zaak een verband bestaat met de aanhouding van enkele van haar neven, die gevangen werden genomen toen ze deel uitmaakten van een ontsnappingslijn voor jongelui naar het buitenland”. Diverse della Failles worden wegens verzetsdaden inderdaad door de Duitsers opgepakt … maar niet in de periode december 1943 - januari 1944.
De enige verwant - via de grootmoeder aan vaderskant - die net dan in de handen van de Duitsers is gevallen, is de 17-jarige baron Emmanuel de Loën d’Enschede. In oktober 1943 heeft hij het ouderlijk huis en het Don Boscocollege te Sint-Pieters-Woluwe achter zich gelaten voor het avontuur van het maquis in de Ardennen. Samen met een weerstander, een werkweigeraar en een Nederlandse student - allen tussen de 17 en 19 jaar jong - houdt hij zich enkele weken onledig in de bijgebouwen van het kasteel te Barvaux-Condroz. Ze leven er geïsoleerd van de buitenwereld, krijgen geen instructies en hebben niet de minste gelegenheid om ook maar de kleinste verzets- of sabotagedaad te plegen. Kortom, ze vervelen zich te pletter. Als jongste is Emmanuel de kok en knecht van zijn kompanen. Op 5 december 1943 vallen de Duitsers het kasteel binnen. Emmanuel wordt opgesloten in de gevangenis van Namen. Op 22 mei 1944 wordt hij tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens hulp aan de vijand, verboden wapenbezit en medeplichtigheid aan moord. Het vonnis vermeldt dat hij één dag een pistool bij zich heeft gedragen. De moord slaat op de terechtstelling van twee rexisten door een ander lid van de groep, gepleegd vooraleer onder te duiken in het kasteel. Na twee maanden opsluiting in de gevangenis van Anrath wordt Emmanuel overgebracht naar Wolfenbüttel, waar hij op 25 april 1945 zal overlijden ten gevolge van dysenterie.
Terwijl hij in het cachot van Namen nagelbijtend zijn vonnis afwacht, krijgt Marie-Madeleine della Faille van een neef de schriftelijke vraag om hun verwant in de cel te gaan opzoeken, hem te voorzien van voedsel en kledij en te “proberen informatie over de motieven van de opsluiting, de omstandigheden van de arrestatie en de feiten waarvan de ongelukkige knaap aangeklaagd wordt, in te winnen. De familie weet niets”. Deze vraag aan Marie-Madeleine is niet ongewoon. Na haar huwelijk en verhuis naar Namen heeft ze zich actief geïntegreerd in het plaatselijk sociaal dienstbetoon. Ze is de oprichtster en directrice van het Naamse centrum van de Foyers Leopold III, een instelling die o.a. maaltijden aan gevangenen verstrekt. De dag dat ze de brief met het verzoek ontvangt, haast ze zich naar de gevangenis. Eerst probeert ze - zonder succes - de vuile was van Emmanuel op te halen. Ze slaagt erin de Duitse gevangenisdirecteur te spreken, maar die weigert haar vraag om voedsel aan te gevangene te bezorgen. Onverrichterzake keert ze huiswaarts. De volgende dag - op vrijdag 7 januari 1944 - wordt ze zelf gearresteerd.
Waarom ? Het is moeilijk te vatten dat dit zou zijn gebeurd wegens het gevangenisbezoek de dag voordien. Dit is voor haar als directrice van de Foyers Leopold III een routineklus en wordt door de bezetter normaliter ook toegestaan. En hoe komt het dat de aanhouding van Marie-Madeleine leidt tot die van haar zuster Agnès aan de andere kant van het land, drie dagen later ? Vele vragen. Geen antwoorden. Enkel gissingen. Misschien heeft het te maken met de weerstandgroep Tempo. Feit is dat dit netwerk twee jaar voordien is ontstaan in Namen, waar een belangrijke verzetsactiviteit is ontwikkeld. Een doorn in het oog van de Duitsers. Feit is ook dat zuster Agnès vanuit het kasteel te Lozer sectiechef voor Oost-Vlaanderen is. Stelselmatig infiltreert de Duitse contraspionage in Tempo. Een hypothese is dat de naam ‘della Faille d’Huysse’ daarbij is gevallen, waarna Marie-Madeleine verkeerdelijk is verdacht van clandestiene weerstandsactiviteiten. Het werd haar fataal ...
- Info bij: D’UDEKEM D’ACOZ Marie-Pierre, Voor Koning en Vaderland. De Belgische adel in het verzet, uitg. Lannoo Tielt, 2003.
- Zie ook: deze website, Krasse Kruishoutemnaren, Agnès della Faille d’Huysse