In de laatste week van augustus 1952 vindt in Kruishoutem de “Nationale Week van de Kip en het Ei” plaats. Tijdens de slotzitting komen meer dan 500 vertegenwoordigers uit Vlaanderen en Wallonië te samen. Enige maanden voordien hebben Marie ‘Mie’ De Stoop en Petrus ‘Pier’ Michels de kaap van 100 jaar gerond. Om beide Kruishoutemnaren te eren, denken burgemeester Amedée Vergaert en secretaris René D’Huyvetter aan een familie reuzen. Ze koppelen dit folkloristisch initiatief aan de economische aantrekkingskracht van de eiermarkt; de reuzen zullen een Eierboer (Pier) en een Boterboerin (Mie) worden en een volksfeest zal de “Nationale Week van de Kip en het Ei” afsluiten.
Op 31 augustus 1952 wordt een stoet georganiseerd met als eindpunt de markt, waar Pier en Mie in de echt worden verbonden in aanwezigheid van talrijke naburige reuzen. De inhuldiging wordt gevolgd door een eierworp. Het oorspronkelijk plan is om dat te doen vanuit een helikopter. Het aangezochte bedrijf heeft zijn vliegend curiosum evenwel net van de hand gedaan, waardoor het eitjes gooien dan maar noodgedwongen vanuit de kerktoren gebeurt. Dit is de aanzet van de Gulden Eifeesten, die vanaf 1955 jaarlijks het Paasweekend zullen opvrolijken (foto ‘Zondagsvriend’ van 4 september 1952).