De Heilige Ursmarus heeft doorheen de eeuwen zijn stempel gedrukt op het religieuze leven van Nokere. Hij is de patroonheilige van de kerk en gaf zijn naam aan een bevallig kapelletje aan de Anzegemsesteenweg nabij de grens met Wortegem. Maar, wie was die Ursmarus en hoe kwam zijn verering naar Nokere overgewaaid?
Hij werd geboren in 644 of 645 te Floyon in het noorden van Frankrijk. De kleine Ursmaar moet nogal ne rappen zijn geweest want nog vóór zijn geboorte zou hij in een visioen al aan zijn moeder zijn verschenen. Dit moest wel een voorteken zijn van een vroom en devoot leven, en alzo geschiedde; op 26-jarige leeftijd werd hij benedictijn. De man was een ware asceet; hij onthield zich van brood, vis en vlees en dronk enkel water, een nobele gewoonte waarin de Nokerse parochianen hem echter nooit zijn gevolgd.In 697 werd Ursmarus abt van de Sint-Pietersabdij te Lobbes (Henegouwen). Nadat hij tot bisschop was gewijd, verlegde hij zijn actieradius als missionaris naar het Doornikse, Vlaanderen, het Waasland en Brabant, wat hem de bijnaam 'Apostel van Vlaanderen' opleverde. Sint-Ursmarus overleed op 19 april 713 en werd bijgezet te Lobbes. In 1409 werden zijn overblijfselen overgebracht naar Binche.
Drie eeuwen later, bij het begin van de achttiende eeuw, werd de Nokerse veestapel geteisterd door de pest. De toenmalige pastoor Stephanus Lescuier (1661-1729) koesterde een diepe devotie voor Sint-Ursmarus en trok in 1702 naar Binche om er diens gunsten af te smeken. Hij kwam terug met een relikwie van de heilige. Een jaar later keurde bisschop Van der Noot de aanbidding van Sint-Ursmarus in de kerk van Nokere goed. Al spoedig kwam men van heinde en verre - zelfs vanuit de Walen - 'dienen tegen de koeplage'. De jaarlijkse herdenking van zijn sterfdatum (19 april) ging mettertijd gepaard met een kermis, herbergbezoek en wielerkoersen 'rond de tonne', waaruit vanaf 1944 trouwens de 'Grote Prijs Jules Lowie', later 'Nokere Koerse' zou ontstaan.
Bij het begin van de twintigste eeuw hadden Nederland en België te kampen met mond en-klauwzeer (MKZ), een levensbedreigende ziekte voor runderen, schapen, geiten en varkens. De symptomen zijn: blaren op de tong, uier en poten. De dieren vatten koorts, eten niet meer, verliezen gewicht en produceren minder melk. Heden ten dage sterft 1 à 2 %. Honderd jaar geledenstonden stalhygiëne en veeartsenij echter nog niet zover; MKZ was toen de meest besmettelijke en dodende veeziekte. Epidemieën volgden elkaar op in 1900-1901, 1906-1907 en 1911-1912. In 1911 waren 71.518 Nederlandse landbouw- bedrijven getroffen. In België was 15%van de runderen en 10 % van de varkens aangetast. Het werd in ons land zelfs een politieke twistappel. Na de verkiezingen van 10 mei 1910, waarbij de katholieke Regering Schollaert terugviel naar een nipte meerderheid in de Kamer, eiste de liberale en socialistische oppositie schadevergoedingen voor de noodlijdende boeren. Onder hun druk werd 250.000 frank ingeschreven op een buitengewone begroting.
Het was in deze tumultueuze tijden dat de Nokerse landbouwer Charles Gistelinck (1855-1927) lijdzaam moest toezien hoe de gevreesde ziekte ook lelijk huishield in zijn veestapel. Kleinzoon Ursmaar getuigt: "D'er was in 1911 veel mond- en klauwzeer waardoor er meerdere koeien zijn gestorven. Volgens overlevering in de familie werden toen verscheidene kadavers begraven - er was toen nog geen vilbeluik - langs het Gapaardstraatje tussen het hof en waar later de kapel is gebouwd.". Charles was als opzichter van de landerijen van de adellijke familie di Ruffo de Bonneval, als gemeenteraadslid en als bestuurder van de armendis een vooraanstaande Nokeraar. Ook privé was hij een bezige bij; bij zijn eerste vrouw Julia Bauwens had hij negen kinderen. Na haar overlijden huwde hij Maria Velghe (1877-1951), waarmee hij evenveel kinderen op de wereld zette. Het was voorwaar een kroostrijk gezin aldaar op het hof aan de Gapaardstraat, maar bovendien ook een christelijke familie; twee zonen, Jerome (1909-1987) en Julien (1920-1983), zouden later priester worden.
In de rampspoed van 1911 wendde vader Charles vertwijfeld de blik naar Sint-Ursmarus en deed twee beloftes om het onheil te keren: hij zou zijn eerstvolgende zoon naar de heilige noemen en een kapel ter zijner ere bouwen. En inderdaad, een kind werd geboren op 2 juli 1911, het was een zoon, die de naam Ursmarus kreeg, een gewoonte die overigens werd verder gezet in de volgende generatie. De bouw van de kapel werd meteen nog datzelfde jaar - in volle MKZ-plaag - aangevat op een stukje grond eigendom van de familie di Ruffo de Bonneval. Deze maand 100 jaar geleden - op zondag 21 mei 1912 - werd de kapel gewijd door pastoor Frans Roelof (1852-1923). En het wonder geschiedde! In de loop van dat jaar kwam er een einde aan de MKZ-epidemie!
Charles overleed in 1927. Op zijn doodsantje stond: "Bemint elkander en bewaart in onzen stam de oude vlaamsche gevoelens van liefde voor God en zijne kerk". De Gistelincks hebben die boodschap niet vergeten; al 100 jaar onderhouden ze met toewijding de bidplaats. De laatste restauratie dateert van 2009. Ofschoon niet toegewijd aan de H. Maria is de kapel in de meimaand een trefpunt voor gelovige parochianen. Maar evengoed zag het bedehuisje de wervelwind van twee wereldoorlogen voorbij razen. Tussen kapel en boerhof groeven Duitse soldaten zich op 26 oktober 1918 in om de oprukkende Franse en Amerikaanse divisies in a final combat tegen te houden. En op 6 september 1944 denderden de Sherman tanks van de Engelse Sharpshooters over de kasseien van de steenweg de kapel voorbij richting Kruishoutem waar ze in een clash zouden terechtkomen met de alweer richting Vaterland afdruipende Duitsers. De kapel doorstond oorlog en gedijde in vrede; op 6 mei 1962 werd haar 50-jarig bestaan gefêteerd door pastoor Daniël Stockman, bijgestaan door de vicaris Van Peteghem en de priester-broeders Jerome en Julien Gistelinck.
We zijn weer vijftig jaar verder. Dat wil de familie Gistelinck niet ongemerkt voorbij laten gaan. Op zondag 20 mei aanstaande wordt de 100ste verjaardag van de Sint-Ursmaruskapel gevierd. Het programma, waartoe u van harte wordt uitgenodigd, ziet eruit als volgt:
Feestprogramma 100 jaar Sint-Ursmaruskapel Nokere - zondag 20 mei 2012
14.30 u.: H. Mis in de Sint-Ursmaruskerk Nokere
15.30 u.: processie naar de Sint-Ursmaruskapel (pendeldienst is voorzien van kerk naar kapel en omgekeerd)
16.00 u.: verwelkoming aan de Sint-Ursmaruskapel
16.30 u.: receptie