De Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia van Kruishoutem mag dit jaar 195 kaarsjes uitblazen. De Société d'Harmonie de Sinte-Cecilia Cruyshautem werd inderdaad in 1817 boven de doopvont gehouden. De fanfare was meteen een succes, nam deel aan festivals en organiseerde concerten. Na het ontslag van Justinus Van Brabandt als voorzitter in 1847 kwam er even een impasse. Het waren economisch moeilijke tijden; het verdienen van het dagelijks brood had begrijpelijkerwijze voorrang op het bespelen van tuba of trombone. Een tweede bloeiperiode brak aan vanaf 1873, toen burgemeester Theodoor Frans Jozef van der Donckt (1795-1878) een gemeentelijke muziekschool oprichtte, die al spoedig zou dienen als een kweekvijver van talent. Ideale situatie dus, tot in 1886 een explosieve cocktail van politiek en liefde tot ontploffing kwam ...
Burgemeester Van der Donckt overleed op 16 september 1878. Voordien, in januari van datzelfde jaar waren de parlementaire verkiezingen desastreus verlopen voor de Katholieke Partij. De liberalen grepen in België de macht. Zes weken na de dood van Van der Donckt vonden gemeenteraadsverkiezingen plaats, waarbij de katholieke Amedée Van Brabandt (1842-1893) met de meeste stemmen ging lopen. Na een half jaar getouwtrek was het nochtans de liberale Julien Vander Looven (1834-1914) die - wellicht onder druk vanuit Brussel - de burgemeesterssjerp om de lenden zou knopen. In de gemeenteraad verscheen toen voor het eerst ook ene Honoré De Sloovere (zie foto) (1838-1925), een vermogende vlashandelaar uit de Hoogstraat (huidig nr. 36 rechtover Pur Natur). Nochtans ontbrak van hem - net zoals van Vander Looven zelf - elk spoor bij de voorbije gemeenteraadsverkiezingen. Was De Sloovere net als Vander Looven door de liberalen naar voor geschoven? Het is niet bewezen, maar het kan. De ambtstermijn van Vander Looven werd in elk geval volledig beheerst door de schoolstrijd die Kruishoutem net als de rest van het land in twee kampen scheidde: katholiek versus liberaal, gelovig tegen vrijzinnig. Getuigen daarvan zijn nu nog de vroegere school in de Hoogstraat (Patronage) en de vrije basisschool in Nokere die door clerus en adel in 1879 in ijltempo werden gebouwd tegen de liberale schoolwetgeving in. In 1882 was het lied van de blauwe Vander Looven uitgezongen. Amedéé Van Brabandt werd burgemeester en installeerde een katholiek schepencollege, met daarin Honoré De Sloovere. Partijgenoten, maar ook politieke zielsverwanten? Of net concurrenten voor het burgemeesterszitje?
Vier jaar later, in de zomer van 1886 organiseerde Honoré een tuinfeest teneinde potentiële huwelijkskandidaten voor zijn dochter Helena Maria in een aangenaam en discreet kader de revue te laten passeren. Onder hen een zekere August Vergaert, een veelbelovende jongeman met ambitie en vooruitzichten uit Gent. August verkende zijn mogelijkheden en woog zijn kansen. Was de amper 15-jarige Helena Maria hem iets te schuchter? Wendde ze al te vaak haar bevallige, maar bedeesde snoetje naar de toppen van haar tenen zonder één enkele smachtende blik? Moeilijk te achterhalen na al die jaren. Wat zeker is, is dat August Vergaert koos die dag, maar helaas niet voor Helena Maria De Sloovere. August ging met een andere jonge freule van 16 jaar aan de haal, Maria Josepha Adelardina Renildis Van Brabandt, uitgerekend de dochter van burgemeester Amedée! Onnodig te zeggen dat de garden party eindigde in mineur.
Het had nog verdergaande gevolgen. De clans Van Brabandt en De Sloovere kwamen gedurende 12 jaar lijnrecht tegenover elkaar te staan in politiek en muzikaal Kruishoutem. Beide families hadden de voorbije jaren via erelidmaatschappen de Sociétéd'Harmonie de Sinte-Cecilia gesteund. Daar kwam nu een einde aan. Met slaande deuren verliet Jules De Sloovere, broer van Honoré, samen met zijn gelijkgezinden de harmonie en stichtte een eigen fanfare. Terwijl de werking van het schepencollege bijna onmogelijk werd door de tweespalt tussen de twee protagonisten, stuurde Jules met succes het nieuwe muziekgezelschap in een onafhankelijke koers. Nochtans moest hij dat doen zonder subsidies, terwijl de Société d'Harmonie de Sinte-Cecilia van het gemeentebestuur een jaargeld kreeg van 200 frank. Daarop had de spitsvondige Jules iets gevonden; daar vele van zijn spelende leden niet over een eigen instrument beschikten, repeteerden en concerteerden ze met de kopers die ze als leerlingen van de gemeentelijke muziekschool mochten gebruiken. Het feit dat het gemeentebestuur aan de school een jaarlijkse toelage gaf van 2 000 fr., juist om instrumenten aan te kopen, was ongetwijfeld een bijkomend punt van discussie in het schepencollege ...
In 1893 stierf Amedée Van Brabandt en werd uitgerekend Honoré De Sloovere waarnemend burgemeester. Onder zijn ambt durfde de fanfare De Sloovere het aan nog iets assertiever uit de hoek te komen. Op 18 augustus 1895 presenteerde ze zich op een muziekfestival te Deinze als de officiële harmonie van Kruishoutem. Twee jaar later dreef Jules De Sloovere het zo ver dat hij zijn koperensemble de naam 'Muziekmaatschappij Sint-Cecilia' gaf, wat voor het nodige tandengeknars zorgde bij de rivalen.
Maar, mooie liedjes duren niet lang. Op 20 januari 1896 was Marcellin Goeminne (1844-1927) tot burgemeester verkozen. Een jaar later werd een nieuwe beleidscommissie voor de muziekschool samengesteld met daarin burgemeester Goeminne, August Vergaert, maar zonder Honoré De Sloovere! Vijf dagen nadat Jules De Sloovere zijn fanfare het predicaat 'Sint-Cecilia' had gegeven, besloot de commissie dat alle muziekinstrumenten bij de muziekschool moesten worden ingeleverd 'voor inspectie' ... Indien men de fanfare De Sloovere niet kon verbieden, dan kon men ze minstens treffen in haar achilleshiel, zijnde haar gebrek aan instrumenten. Dit verzoek viel uiteraard in dovemansoren bij harmonie De Sloovere. Nadat de secretaris van de muziekschool én een gerechtsdeurwaarder tevergeefs aan de diverse deuren van de clan De Sloovere hadden aangeklopt, werden in juni 1897 - deze maand 115 jaar geleden - drie processen gestart tegen Jules De Sloovere en zijn kompanen. Maar die gaven geen kik; hun stelling was - wellicht ingefluisterd door een bijdehandse advocaat - dat ze de instrumenten niet in bruikleen, maar in eigendom hadden gekregen. In eerste aanleg haalden ze hun gram, in beroep moesten ze op 8 december 1897 bakzeil halen.
Verder musiceren was onmogelijk geworden; 12 van de 31 leden zaten zonder instrument. In 1898 kwam het tot een fusie tussen de twee maatschappijen. Er werd gekozen voor een nieuwe naam 'Harmonie Sint-Cecilia'. Voorzitter werd August Vergaert - uitgerekend de man die door zijn hart te volgen 12 jaar politieke en muzikale tweedracht had veroorzaakt - en ondervoorzitter werd Jules De Sloovere. De harmonie floreert heden te dage als nooit te voor en gaf op 5 mei jongstleden een spetterend lenteconcert in CC De Mastbloem. Op naar de 200!
Uitgebreide info vind je bij Tine MANNAE RTS, Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia Kruishoutem: historische terugblik op woelige tijden 1886-1892, Jaarboek Hultheim 2007, p. 167-202 en bij Raoul De Bel, De burgemeesters van Kruishoutem, Jaarboek Hultheim 2004, p. 101-112. Zie ook: www.harmoniekruishoutem.be.