De Amerikanen  komen, de Duitsers gaan

Nadat ze in de lente van 1918 tevergeefs een laatste ‘alles-of-niets’-offensief aan de IJzer hadden gewaagd, wisten de  Duitsers: “Wir können nicht mehr siegen”. Vanaf einde september vatten ze de terugtocht naar de Heimat aan met Belgische, Franse en Britse troepen in de achtervolging. Om de Duitsers sneller op te jagen, werd besloten twee extra divisies in te zetten, waaronder de 37ste Amerikaanse Infanterie Divisie, op dat moment operationeel aan het Maas-Argonne front. Op 18, 19 en 20 oktober1918 werden de Yankees op de trein gezet richting Ieper. Daar werden ze voor het eerst echt geconfronteerd met de gevolgen van de oorlog. Ieper was herschapen tot een desolaat maanlandschap: “De bevolking leeft in miserabele omstandigheden en is hongerig. Tientallen kinderen verdringen zich rond de veldkeukens of in de voedseldistributiepunten in de hoop iets te krijgen. Ratten en luizen worden de ernstigste vijanden tijdens de schaarse nachtrust, zodat wij verplicht zijn te slapen op wat stro, met handschoenen en helm aan”. 

Sergeant Paul Arnold Smithhisler

Sergeant Paul Arnold Smithhisler

Onder de soldaten van het 112th Regiment Engineers (behorende tot het 148ste Infanterie Reg. van de 37ste US Div.) bevond zich Paul Arnold Smithhisler. Zijn familie - oorspronkelijk Schmittholzer - was afkomstig van de toen tot Frankrijk behorende Elzas en was in 1828 naar de USA geëmigreerd. Paul had net de middelbare cyclus beëindigd in Ohio (Cleveland), toen de Verenigde Staten op 6 april 1917 betrokken raakten in de Eerste Wereldoorlog. In plaats van zijn studies architectuur aan te vatten, monsterde de jonge Smithhisler als vrijwilliger aan. Het Amerikaanse leger - in 1917 amper een kleine 110.000 beroepsmilitairen sterk en daarmee pas de 17de legermacht in de wereld - bevorderde de rekruut meteen tot sergeant.

In de Kruishoutemse modder

Sinds de jongens van de 37ste US Div. in Vlaanderen waren toegekomen, hadden ze niets anders gekend dan een gestage, miezerige regenval. Slijk en modder lagen als een slappe deeg over de stuk gereden wegen. Verkleumd marcheerde Paul A. Smithhisler met wapen en rugzak vanuit Ieper mee op, richting Leie. Hij passeerde Hooglede, Pittem, Tielt, Zulte, om in de nacht van 30 op 31 oktober 1918 tussen Olsene en Machelen te arriveren. Bedoeling was om de volgende ochtend de Duitsers uit Kruishoutem te verdrijven. De aanval begon om 05u30’. Het werd weerom een mistige dag met motregen, die onze sergeant deed verstijven van de kou in zijn soldatenplunje. Tegen de middag geraakte de 148ste Inf. Reg. tot bij de heuvel ten oosten van Huttegem, richting Bunder. In de boomgaarden van diverse boerderijen stonden Duitse mitrailleursnesten opgesteld. Sergeant Paul en zijn strijdmakkers botsten op hevig verzet: “Ongeveer 100 krijgsgevangenen genomen. Twee officieren gewond. 36 soldaten gesneuveld, 70 gewond, 40 vermist”. Om 13u30’ stokte de aanval. De Amerikanen brachten de nacht door in de modder vóór Kruishoutem.

Nightswimming (deserves a quiet night)

Pas de volgende dag, op Allerheiligen, konden ze het centrum ontzetten en doorstoten naar de Schelde. De 112th Reg. Engineers ondernam dezelfde dag nog vergeefse pogingen om pontonbruggen over de Schelde te leggen. De lange marsen en de gevechten van de laatste dagen hadden echter hun tol geëist. Sergeant Paul was dan ook gelukkig dat hij zich die avond kon neervlijen in het stro van een hoeveschuur te Wannegem-Lede. Toen vernam hij echter dat de legerleiding vrijwilligers zocht om een verkenning uit te voeren in vijandelijk gebied aan de overkant van de Schelde. Samen met zijn vriend, private Burke, vertrok hij in de winderige nacht van 1 op 2 november vanuit Lede via de Doorn richting Heurne (De Heuvel). Daar gleed hij geruisloos tussen het struikgewas in het koude water en zwom ondanks de sterke stroming de Schelde over. Zonder door de Duitse wachtposten te worden opgemerkt, bereikte hij de overkant. Wadend door grachten, zich een weg banend door struikgewas en sluipend langs prikkeldraadversperringen drong hij door tot diep in de enemy zone en nam nauwgezet notities van de Duitse kampementen, mitrailleursnesten en schuttersposten. In een waterdichte rugzak konden deze belangrijke aantekeningen en schetsen weer over de Schelde worden gebracht. Echter, net toen hij weer in het water wilde glippen, werd hij ontdekt. De Duitse artillerie opende onmiddellijk het vuur met shrapnels en chloorgranaten. Sergeant Smithhisler dook kopje onder en zwom onder water terug naar de westelijke oever. Dichte chloordampen zweefden boven het wateroppervlak. Uitgeput en verkleumd was hij niet meer in staat om de steile rivierberm te beklimmen. Vriend Burke schoot ter hulp, trok hem in volle beschieting op de oever en hielp hem zijn gasmasker op te zetten. Dit moedig gebaar zou Burke het leven kosten; enkele dagen nadien overleed hij aan verschroeide longen.

Laatste gevechten voor de Wapenstilsatnd

Smithhislers informatie bewees onmiddellijk haar nut; de volgende uren bestookten de Amerikanen de vijandelijks stellingen met gericht vuur. Vanaf 10u30’ bouwde de 112th Reg. Engineers op Allerzielen drie bruggen en trok de 148ste Inf. Reg. over de rivier. De volgende dag verzekerde het regiment zijn positie aan de overkant van de Schelde. De Duitsers bleven op hun frontlijn liggen een kleine kilometer verder naar het oosten, bombardeerden hevig, maar gingen niet over tot een counterattack. De Amerikanen plaatsten een nieuwe aanval op 9 november. Deze verliep moeizaam. In de vroege ochtend van 11 november kregen alle eenheden de melding van de wapenstilstand. Om 11u00 zwegen de wapens. Een doodse stilte viel over het landschap.

Bij de Koning te Lozer

Samen met de 112th Reg. Engineers trok sergeant Smithhisler terug naar Frankrijk. Op 16 november 1918 vertoefde hij in Lozer, waar de 37ste US Div. tijdelijk haar hoofdkwartier betrok in het kasteel. Daar ontmoette hij Koning Albert, die er zijn respect kwam betuigen voor de rol die de divisie had gespeeld bij de bevrijding van de streek. Uitgeput en met longproblemen zou Smithhisler nog in diverse hospitalen verblijven. In 1919 keerde hij terug naar de States, studeerde er af als architect, huwde, kreeg twee zonen en overleed op 24 december 1982. Paul A. Smithhisler was een held.

Info bij: e.r. Lt.Kol.Med. DEWEER Jean-Pierre, Sergeant Paul A. Smithhisler. An American hero of the First World War, Handelingen Geschied- en Oudheidkundige Kring Oudenaarde, 2006, p. 125 e.v.