Vroeger de regel, nu de uitzondering
Vijfendertig jaar geleden vierden in de Parochielindestraat, nr. 4 - op de grens met Nazareth - de 90-jarige Adolf Joseph Nachtergaele (roepnaam Alfons) en de 88 lentes tellende Maria Celina Van den Heede hun diamanten bruiloft. Gedurende maar liefst 60 jaar hadden ze lief en leed met elkaar gedeeld, een oorlog overleefd, John F. Kennedy en Martin Luther King zien vermoord worden, mannen op de maan zien landen, drie koningen en een regent de Belgische troon zien bestijgen - en vooral - drie kinderen grootgebracht. In huidige tijden, waarin amper nog één op drie huwelijken stand houdt, kan een dergelijke prestatie haast als een curiosum worden bestempeld. In januari 1981 kregen ze het bezoek van een reporter van ‘Kijk Uit’, een gemeentelijk infoblad uitgegeven door drukkerij Meirsschaut. Het artikel is vijfendertig jaar na datum heemkundige verslaggeving geworden om in te kaderen:
‘LOZER (Kruishoutem) : Zaterdag 24 januari ’81 was er feest in de Parochielindestraat nr. 4 te Lozer. Daar vierde het echtpaar Nachtergaele Alfons en Van den Heede Maria hun diamanten bruiloft. ’s Voormiddags werden de jubilarissen ontvangen op het gemeentehuis van Kruishoutem door de burgemeester en schepenen. In de namiddag was er een mis op De Marolle en nadien vierden ze hun 60ste huwelijksverjaardag te samen met de familie. “Ze zullen ons met de auto naar het gemeentehuis voeren en we zullen ons mooi maken. Kleren hebben we toch nog genoeg. En 60 jaar getrouwd zijn is een lange tijd en dat mag wel ne keer gevierd worden”, aldus de jubilarissen.
Alfons Nachtergaele geboren op 18 december 1890 en oudste in een gezin van 18 kinderen huwde 60 jaar geleden op 19 januari 1921 met Van den Heede Maria geboren op 26 april 1892. Ze hebben 3 kinderen, 11 kleinkinderen en 9 achterkleinkinderen.
De jubilarissen wonen in een klein maar pittoresk hoevetje in de Parochielindestraat nr. 4 te Kruishoutem. Komt men binnen, dan staat men direct in de huiskamer en ziet men Alfons en Maria zitten in hun zetel, elk aan een kant van de oude Leuvense kachel. “Nu gaan we niet veel buiten, omdat het weer te slecht is, maar ’s zomers dan maken we af en toe nog eens een wandelingetje rond onze hoeve. Je mag niet stilvallen, en af en toe eens in de frisse lucht lopen, kan geen kwaad en het doet ons goed”, aldus Alfons.
De fotograaf wil een foto nemen, maar eerst zorgen ze beiden dat ze er fris en mooi zullen opstaan. Alfons kamt vlug zijn haar en doet zijn mooie pantoffels aan. Maria doet haar schort uit en zet de waterketel die op de kachel staat wat rechter. Ze zetten zich op hun dagelijks gewone plaatsje naast de Leuvense kachel en ze zijn klaar om op de foto te staan.
Ze zien er nog erg goed uit. “Maria kookt nog elke dag ons potje, en als we ergens niet verder kunnen, dan helpen we elkaar. We hebben altijd goed gegeten. Tijdens de oorlog was het wel zo goed niet, maar armoede hebben we toch nooit echt gekend’, aldus Alfons. Alfons Nachtergaele werkte 32 jaar in Frankrijk. Dat was van 1929 tot 1962. Hij werkte daar op een boerderij en hielp mee bieten planten en rooien. “Het was niet zo gemakkelijk in die tijd, niet alleen voor mij, maar ook voor mijn vrouw. Je was dan 6 maanden weg van huis om je boterham te verdienen. Dat was wel een lange periode. Als ik dan thuis was, kon ik nog een beetje werken op mijn boerderijtje, waar ik een drietal koeien had. Toen woonden we ook nog hier niet. We hadden dan een hoevetje in Huise, waar mijn zoon nu woont”, aldus Alfons.
Samen brengen ze hun oude dag rustig door aan de Leuvense kachel. Alfons leest de krant en Maria zit een beetje te dromen of maakt het eten klaar. Het oude klokje aan de muur tikt langzaam verder en de waterketel zoeft zachtjes. ’s Avonds zetten ze de TV aan om naar het avondnieuws te kijken. Dan gaan ze gaan slapen en om 8 uur ’s morgens staan ze op om rustig van hun oude dag te genieten. Na 60 jaar huwelijk weten ze waar de wereld om draait en spijt hebben ze niet. Ze houden van het leven en ze zouden het nog ne keer willen herdoen.’
Het leven van Adolf en Maria was - hoezeer ze er ook van hielden - helaas niet eeuwig. Adolf overleed het jaar nadien, op 25 februari 1982 te Deinze. Zijn echtgenote Maria volgde hem op 17 januari 1983, twee jaar na de viering van hun diamanten jubileum.
Bij de buizestove
De stemmige foto van beide krasse ouderlingen, gezellig nakeuvelend bij de buizestove over ‘de tijd van toen’, was zelfs in de tachtiger jaren van de vorige eeuw reeds een anachronisme geworden. De plattebuiskachel of Leuvense stoof was toen al lang uit de meeste huizen verdwenen. Dit kacheltype had de open haard verdrongen vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw, toen steenkool zijn ingang vond als brandstof. De stoof diende niet alleen om het huis te verwarmen, maar ook om erop te koken en erin te bakken. De rookgassen van de brandende kolen werden onderweg naar de schoorsteen door een horizontale, platte buis geleid waarin zich kookgaten bevonden. Daarop werden potten en pannen gezet, terwijl de lade aan de zijkant als oven werd gebruikt.
Een Leuvense stoof kon men niet de nacht door aan het branden houden en moest dus iedere ochtend opnieuw worden aangestoken. De asbak moest ook elke morgen worden geleegd. De assen werden in een zeef geschud. De niet opgebrande sintels werden eruit gezeefd en weer bij de kolen gevoegd. Zelfs wat dan nog van de as overschoot, werd nuttig gebruikt; men vulde er de straatputten mee (mosselschelpen waren daarvoor trouwens een goed alternatief).
Na de Tweede Wereldoorlog werd de buizestove vervangen door gewone kolenkachels, die op hun beurt vanaf de jaren zestig plaats moesten ruimen voor mazoutvuren. In de seventies werd massaal overgeschakeld op centrale verwarming. Nog later kwamen elektrische verwarming en nieuwerwetse energiebronnen, zoals gas en zonnepanelen.