De oorlog was voorbij. Het land in wederopbouw. Voor gemeentesecretaris René D’Huyvetter ging het niet snel genoeg. Hij wou een Grote Sprong Voorwaarts. Kruishoutem moest op de kaart worden gezet. Hij richtte zich op drie speerpunten: stimuleren van de lokale economie (de eiermarkt, aanleg van ’t Nieuw Plein), aandacht voor folklore (Gulden Eifeesten, Reuzengilde) en de ontwikkeling van het plattelandstoerisme (plaatselijke VTB-afdeling, boerderijenroute). De dynamiek die deze krasse Kruishoutemnaar in de jaren vijftig aan de dag legde, was werkelijk indrukwekkend. Hij was de drijvende kracht achter de herstart van de eiermarkt (1946), de oprichting van het reuzengild met als eerste reuzen Pier de eierboer en Mie de boterboerin (1952), de organisatie van de ‘Nationale Week van de Kip en het Ei’ (1952), de start van de Gulden Eifeesten (1955), de hernieuwing van de VTB-afdeling (1955), de uitwerking van een historische hoevenroute (1955) en de aanleg van ’t Nieuw Plein als locatie voor de uitdijende eier- en botermarkt (1957-1958).
En nog was René niet tevree. Als voorzitter van de Kruishoutemse VTB had hij in de lente van 1961 deelgenomen aan een vergadering van het VTB-hoofdbestuur in Galmaarden. Daar was zijn oog gevallen op een ranke uitkijktoren in de nabijheid van de Bosberg. Bleek dat deze een schenking was geweest van de Vlaamse Toeristenbond. Kostprijs: € 35.084 BEF (€ 869,71). De secretaris moest niet lang nadenken waar een dergelijk exemplaar ook in de Eiergemeente kon oprijzen. Op de glooiing ten noorden van het centrum met uitzicht op de Leievallei. Een korte wandeling overtuigde hem ervan dat de ideale plek zich situeerde langs de Machelsestraat rechtover de veldkapel van ’t Sprietjen.
Een toren bouwen is één ding, hem betalen een ander. D’Huyvetter dacht na en zag een oplossing. Hij moest potentieel geïnteresseerde partijen warm maken voor zijn project. Hij moest op zoek naar sponsors. In april 1961 richtte hij zijn blik naar de provinciegouverneur. Deze hield echter de knip op de portemonnee. Hoopvol lonkte René vervolgens naar het Kruishoutemse schepencollege en het VTB-Hoofdbestuur. Als de gemeente nu ’s de aankoop van de grond zou financieren, zou de VTB dan niet over de brug komen voor de toren ? In september 1962 sleepte René een spitsvondige regeling uit de brand; de VTB zou financieel instaan voor de bouw van de uitkijktoren, de gemeente zou het perceel kopen, waarna de VTB de toren in eigendom zou overdragen aan Kruishoutem.
In de gemeenteraadzitting van 17 september 1962 werd besloten tot de aankoop van de grond. Secretaris D’Huyvetter had burgemeester Amedée Vergaert overtuigd door te wijzen op het toeristisch potentieel: “Overwegende dat deze uitkijktoren een eerste stap zou zijn in de richting voor de toeristische uitbouw van de gemeente, temeer daar de oprichting zal geschieden in de onmiddellijke nabijheid van de toeristische weg, zijnde de Groenenweg welke a.s. jaar zal bestenigd worden, welke loopt op de hoogten van de Leievallei.”
D’Huyvetter zette er nu vaart achter. Op 20 oktober 1962 paalde de Kruishoutemse landmeter en architect Albert De Schuymer het perceel af. Elf dagen later al was de gemeente eigenaar voor de som van 29.240 BEF (€ 724,85), wat neerkwam op 40 BEF of € 0,99 per vierkante meter. Op 1 februari 1963 was het plan van architect De Schuymer klaar. Het ontwerp voorzag een toren op vier draagmasten en met vier trappen. Om de stabiliteit en draagkracht te garanderen werd geopteerd voor betonnen in plaats van houten palen. De pylonen zouden twee meter in de grond worden gedolven en voorzien van een betonnen voet. De Schuymer raamde de totale kost op 46.018 BEF (€ 1.140,76). Een week later, op 8 februari 1963 stelde de VTB zich garant voor een som van 50.000 BEF (€ 1.239,47). Op 27 februari 1963 werd de bouwvergunning verleend en konden de werkzaamheden beginnen.
Al vlug bleek de kostenraming ondergewaardeerd. Eens de toren er stond en de rekeningen gemaakt, kwam de gemeentesecretaris aan het slordige bedrag van € 102.114 (€ 2.531,34), m.a.w. meer dan een verdubbeling van wat men enkele maanden voordien had becijferd. Hoe dit uit te leggen ? En vooral, waar het extra geld vandaan gehaald ? René zat met een ei, temeer daar op Hemelvaartdag (23 mei) 1963 de toren plechtig zou worden ingehuldigd. Hij besloot in afwachting de lippen op elkaar te houden. Tijdens het feestelijkheden op 23 mei klampte hij Jozef van Overstraeten, de algemene VTB-voorzitter aan over de kwestie, wat hij nadien in een brief bevestigde. René was duidelijk ten einde raad: “Het Burgerlijk Wetboek zegt dat de ouders moeten instaan voor het onderhoud en opvoeding van hun kinderen en omgekeerd de kinderen voor hun ouders. Daarom vragen wij U dat U de geest van deze wetteksten zoudt willen toepassen voor onze afdeling. Want wij zitten in de penarie.”
De gemeente stelde zich bereid tot een buitengewone toelage van 10.000 BEF (€ 247,89). Van de VTB-leiding wist René door zijn subtiele démarche tijdens de inhuldiging en zijn schriftelijke smeekbede daarna een extra steun van 10.000 BEF los te weken. Bovendien verkreeg de Kruishoutemse VTB van zijn hoofdbestuur een renteloze lening van 25.000 BEF (€ 619,73), terug te betalen over een termijn van 5 jaar. Tegen Nieuwjaarsdag 1964 was de schuld vereffend. Men had de mouwen opgestroopt om geld in het laatje te brengen: een duivententoonstelling, een tombola en de verspreiding van een reclamebrochure.
Op 21 mei 1989 werd 25 jaar uitkijktoren gevierd met een autorally, een fietstocht en een wandeling. Eigenaardig toch, want dat jaar stond de toren er 26 jaar ... Wat er ook van zij, zonder twijfel liep René er die dag met een minder bezwaard gemoed bij dan op Hemelvaart 1963, toen hij tussen pot en pint nog een kapitaaltje bij elkaar had moeten scharrelen. Op 23 mei aanstaande staat ‘Kruishoutems trots’ er 50 jaar. Horen we in de Machelsestraat feestgedruis ?
- Foto’s vroeger en nu, Jaarboek, 2009, p. 264.
- Rubriek Kruishoutemse Curiosa, De uitkijktoren.
- Rubriek Krasse Kruishoutemnaren, René D’Huyvetter.
- Rubriek Brochures OMD. Van nature … een monument (12.09.2004).