April is de maand van de wielerklassiekers. Op 6 april passeert 'Vlaanderens Mooiste' weer over Kruishoutemse bodem. Na 118 km koers krijgen de renners Nokereberg (eigenlijk de Nokeredorpstraat) als tweede helling van de dag onder de wielen geschoven en iets verder dokkeren ze over de Wannegemse en Leedse kasseien. Later in de maand volgen Gent- Wevelgem, Paris-Roubaix, de Amstel Gold Race, La Flèche Wallonne en Liège- Bastogne-Liège. Elke prof die op één van deze koersen het podium haalt, weet zijn seizoen (financieel) veilig gesteld.
Vroeger was dat toch eventjes anders! Vóór, tijdens en onmiddellijk na de oorlogsjaren beukten bonkige Flandriens over Vlaamse en Franse kasseien voor - bij wijze van spreken - "een stuutte méé smout en een skelle pap". Prototype hiervan was zeer zeker de betreurde Briek Schotte. Maar in Nokere hadden we er ook zo één rondrijden. Een man uit één stuk, een man die als beroepswielrenner een palmares bijeen fietste dat hem vandaag tot een rijke BV zou hebben gemaakt. Zijn naam: Jules Lowie.
Jules werd te Nokere geboren op 6 oktober 1913. In 1935 begon hij op 22-jarige leeftijd zijn profcarrière om ze twaalf jaren nadien stop te zetten. Hij reed voor drie verschillende teams: Génial Lucifer (1935-1936), Pélissier (1937-1940) en Mercier-Hutchinson (1940-1947).
Zijn eerste profjaar werd er meteen ééntje om in te kaderen. In de Ronde van Vlaanderen werd hij als neoprof 7de. In de Tour de France bereikte Jules als 5de in de eindklassering de meet te Parijs op 51'26" van winnaar Romain Maes. Hij klom in diezelfde Tour op tot de 3de plaats in het bergklassement. De basis werd gelegd in een loodzware Pyreneeënrit van zomaar eventjes 325 km. De Vlaamse renners pleegden tussen Perpignan en Luchon een ware coup en reden iedereen naar huis. Sylvère Maes won voor Félicien Vervaecke. Jules Lowie werd 11de. Karel Van Wijnendale blokletterde daarover op 21 juli 1935 in Sportwereld - Het Algemeen Nieuws: "De stormaanval van Vlaamsche reuzen op de reuzen der Pyrenëen ! Fel. Vervaecke en Sylveer Maes de helden van den 15den rit. Romain Maes en Lowie mede op het voorplan. Romain Maes ruimt de voorlaatste hindernis op de baan naar de zege weg. De stoere Felicien Vervaecke wordt 2de, de kranige Sylveer Maes 3de en de onvermoeibare Juul Lowie 5de in de algemeene rangschikking". Lowie zou in totaal viermaal aan de start komen van de Tour. In 1937 gaf hij op na de 16de etappe. In zijn succesjaar 1938 werd hij 7de in het eindklassement. In 1939 gaf hij op in de 8ste rit.
Jules Lowie nestelde zich dus meteen in het zog van de allergrootsten. Ofschoon hij geen veelwinnaar zou blijken - hij behaalde 'maar' 15 overwinningen als prof - illustreert zijn erelijst toch dat hij vaak op de afspraak was. In zijn debuutjaar 1935 werd hij trouwens ook nog 9de in Paris-Tours.
1938 zou z'n meest geslaagde seizoen worden; hij won Paris- Nice en een étappe in de rittenwedstrijd Paris-Saint-Etienne. In de Tour de France van datzelfde jaar werd hij 7de. Na zijn zege in Paris-Nice werd voor Jules Lowie in Nokere een fanclub opgericht. Daaruit ontstond in 1944 de vereniging "'t Levende Sport" die datzelfde jaar "de Grote Prijs Jules Lowie" in het leven riep. Dit werd de voorloper van de vermaarde categorie 1.1. wielerwedstrijd "Nokere Koerse"!
Als 'knecht' slaagde Jules er nooit in een klassieker te winnen, maar hij reeg de ereplaatsen wel aan elkaar. Hij haalde meerdere keren de top tien. Uitschieters waren een vijfde (1942) en twee keer een zevende plaats (1935 en 1941) in de Ronde van Vlaanderen, een tweede plaats in Paris-Roubaix (1943, na Marcel Kint) en een derde en vijfde plaats in Paris-Bruxelles (1937 en 1946).
Op 34-jarige leeftijd hing Lowie in 1947 de fiets aan de wilgen. Op 2 augustus 1960 overleed hij, amper 46 jaren jong. Op zijn bidprentje stond te lezen: "Zo was hij als renner in zijn loopbaan: de nooit versagende helper, die alleen maar wilde delen in de roem van zijn meester.". Jules Lowie is niet (te) vergeten. Laten we nog 's aan hem denken als de renners op 6 april tijdens de Ronde van Vlaanderen door onze gemeente denderen.
De overwinningen van Jules Lowie:
1938: Parijs-Nice, rit in Parijs-Saint-Etienne;
1942: Valkenburg, Sint-Martens-Lierde, Jette, Flémalle-Haute, Eine;
1943: Zulte, Merelbeke, rit in de Omloop van België;
1944: Koekelberg, Zulte, Ruiselede, Olsene;
1945: Nederzwalm.
De voornaamste ereplaatsen van Jules Lowie:
1935: Tour de France (5de), Paris-Lille (5de), Ronde van Vlaanderen (7de), Omloop van België (8ste), Paris-Tours (9de);
1937: Paris-Bruxelles (3de) ;
1938: Tour de France (7de) ;
1939: Paris-Belfort (5de), Paris-Saint-Etienne (6de) ;
1940: Omloop van België (7de);
1941: Ronde van Vlaanderen (7de);
1942: Ronde van Vlaanderen (5de), Omloop van België (8ste), GP der Natiën (8ste);
1943: Paris-Roubaix (2de), Omloop van België (6de), Flèche Wallonne (8ste);
1944: Flèche Wallonne (4de);
1945: Omloop van België (3de), Gent- Wevelgem (7de), Flèche Wallonne (10de);
1946: Nokere Koerse (5de), Paris-Bruxelles (5de), Kuurne-Brussel-Kuurne (8ste), Paris-Nice (10de), Paris-Limoges (10de);
1947: Omloop Schelde-Dender-Leie (12de).
Voor verdere info betreffende Jules Lowie en Nokere Koerse: zie www.nokerekoerse.be of in het jaarboek 2003 van Hultheim (artikel van Lieven Kinds: Nokere Koerse: van Vlaamse kermiskoers tot internationale semi-klassieker, p. 120-126).
Jules Lowie rechts samen met ploegmaat Georges Christiaens na zijn overwinning in Parijs-Nice 1938.