Zeventig jaar geleden begon de Tweede Wereldoorlog. In de vroege ochtend van 10 mei 1940 verovert den Duits aan het Albertkanaal met 58 man en 11 zweefvliegers in vijftien minuten tijd het onneembaar geachte Fort van Eben-Emael, dat door 700 Belgische soldaten wordt verdedigd. Nazi verkenningsvliegtuigen en bommenwerpers vliegen over Vlaanderen. Vanaf de middag trekken Engelse en Franse troepen over ons grondgebied, richting oosten.
Ook Kruishoutem ervaart op 10 mei dass der Friede vorbei ist. Wat begint als een rustige lentedag eindigt in een nachtmerrie. Burgemeester Charles D'Huyvetter woont aan de Olsenesteenweg (nu de Churchillstraat); zijn echtgenote Claire De Volder noteert in haar dagboek: "Vrijdag 10 mei 1940 - Het ochtendgloren van een heldere morgen in de maand mei. Wat een contrast tussen de kalmte van de natuur en de opwinding die er overal heerst. Het is de algemene verbijstering. De geduchte oorlog valt over ons arm België. In de namiddag zien we door Cruyshautem de eerste Franse troepen passeren. Het is de verwachte hulp die snel tot ons komt. Ondanks alles vult ons hart zich met hoop. Omstreeks 17.00u weergalmt een geweldige ontploffing; men heeft bommen gegooid. Radeloos en hals over kop vluchten we in de kelder. Ik neem mijn kleintjes dicht bij mij, ze wenen van de schrik ! ... En we bidden dat God ons mag beschermen. We installeren de kinderen voor de nacht in de kelder en we slapen in een fauteuil".
De bommen zijn gevallen in het centrum van Kruishoutem. Politiecommissaris Gustaaf Vanderzwalmen beschrijft het als volgt: "We verzekeren op 10 dezer, te 17 uur boven het grondgebied Kruishoutem een groep van negen (Duitse) vliegtuigen te hebben waargenomen komende uit noordelijke richting en zich begevende naar het Zuiden. Boven het dorp Kruishoutem hebben wij vastgesteld dat een tiental bommen werden geworpen. De woning van De Poortere Alfons (nu privé-woning Waregemsesteenweg, nr. 1, rechts naast DEXIA-bank) werd totaal vernield en lichte beschadigingen werden aangebracht aan aanpalende woningen. Haelterman Theophiel, wonende te Kruishoutem Dorp, 58 jaar, liep lichte verwondingen op. De noodige hulp werd verleend door geburen en fransche militairen". Burgemeester D'Huyvetter snelt ter plaatse en stelt de bevolking gerust. Die avond denkt iedereen op beide oren te kunnen slapen. Maar niemand beseft dat tussen de brokstukken het dodelijk mechanisme van tijdbommen verder tikt ... Claire De Volder verhaalt: "Omstreeks middernacht en om 04.00u in de morgen weerklinken nieuwe ontploffingen. Het huis davert op zijn grondvesten en ik ben doodsbleek van angst. De bommen die waren gedropt in de namiddag, zijn ontploft en hebben acht huizen aan de Plaats verwoest. Er zijn twee slachtoffers gevallen. Bij het krieken van de dag haasten we ons na een verschrikkelijke nacht uit ons schuiloord. Charles is naar de onheilsplek gegaan om er hulp en troost te bieden aan de ongelukkigen".
De tijdbommen hebben die nacht een ware ravage aangericht. De westzijde van het centrum, de actuele Kruishoutemse Wallstreet (zie foto), is een inferno. Over naar de politiecommissaris: "In den nacht van 10 op 11 dezer, te 23u45 heeft zich ene ontploffing voorgedaan der hooger vermelde bommen werkende met vertraagd uitwerksel. De woningen van Libert Gaspard (nu PWA-strijkwinkel, KBC-bank en café Casino), Vandenberghe Cyriel (nu ING-bank), Haelterman Theophiel (nu FORTIS-bank) en Vanhonacker Eduard (nu DEXIA-bank) werden in puinen omschapen". De woningenrij is als een kaartenhuisje in elkaar gezakt. Roger Vandenberghe, 15 jaar jong, is al overleden als hij van onder het puin wordt gehaald. Ook Martha-Eugenia Verdonck, de 53-jarige echtgenote van Theofiel Haelterman, heeft "een haastigen dood" gevonden. Diezelfde nacht, vier uren later, gaat nog een tijdbom af, bij de woning van August Landuyt (nu: C&S Optiek, rechtover 't Kloefke), deze keer gelukkig zonder slachtoffers. Door de beide ontploffingen op die eerste dag van de oorlog komen in Kruishoutem twee mensen om, raken er drie zwaargewond en worden negen huizen vernield. Commissaris Vanderzwalmen noteert ambtelijk dat de materiële schade oploopt tot 800.000 Belgische franken. De volgende dagen rukken de Duitsers snel op in wat nu geboekstaafd staat als de "Achttiendaagse Veldtocht". De burgerbevolking slaat op de vlucht, richting Frankrijk. In de nacht van 22 op 23 mei valt Gent zonder slag of stoot in vijandelijke handen. De volgende morgen marcheren de eerste Duitse colonnes door Kruishoutem. Burgemeestersvrouw Claire De Volder getuigt: "Omstreeks 10u00 komen de eerste bezettingstroepen door. Alles wat ik nu voel, hou ik voor mezelf. Arm België, (na WO I) voor een tweede keer martelaar. Mijn God, wanneer stelt U een einde aan ons lijden ? Na de angst volgt de berusting. We moeten ons onderwerpen. Nu wacht Charles (als burgemeester) een beenharde, moeilijke taak. Dat God hem moge helpen en beschermen. De (Duitse) troepen blijven zonder ophouden voorbijkomen. Ze trekken op naar de Leie, waar de geallieerden zijn teruggeplooid. Vliegtuigen vliegen over, vaak vrij laag en met mitrailleurvuur. We zijn beducht voor bommen en telkens we een vliegtuig horen, vluchten we in de kelder. Wat een leven, we zijn voortdurend in angst, opgejaagd. Wanneer zullen we veilig zijn ?".
Van 24 tot 27 mei bieden Belgische legereenheden hardnekkig weerstand aan de Leie. De Duitsers bijten hun tanden stuk op de stugge weerstand van o.a. de Ardense Jagers en vergrijpen zich op 27 mei aan de burgerbevolking van Vinkt, nu nog steeds één der walgelijkste misdaden tegen de menselijkheid. In die woelige dagen sneuvelen nog twee Kruishoutemnaren. De 37-jarige Felix-Louis Van Hulle wordt in de nacht van 24 op 25 mei door een Duits militair afgemaakt in de tuin, nadat een verdacht lichtsignaal was ontwaard op het dak van zijn woning langs de Oudenaardsesteenweg. Op 26 mei vallen om 10u00 in de voormiddag geallieerde bommen aan de Waregemsesteenweg. De 39-jarige Rupert Adolf Colombie wordt getroffen door obusscherven en overlijdt in het ziekenhuis te Oudenaarde. Diezelfde bommen vergen trouwens nog vijf ernstig gewonden.
Op 28 mei 1940 capituleert het Belgische leger. Leopold III weigert zijn ministers in ballingschap te volgen, wat na de oorlog leidt tot de Koningskwestie. Gedurende 4 jaren en 4 maanden moeten de Kruishoutemnaren de Duitse bezetter dulden tot de bevrijding op 8 september 1944, maar dat is een ander, helaas weer met bloed doordrongen verhaal. Zie hiervoor: DE BORGGRAEVE Edwin, Wereldoorlog II: de bevrijding van Kruishoutem in de septemberdagen 1944, jaarboek Hultheim, 2006, te verkrijgen bij Raoul De Bel, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of 09/383 60 75.