Kruishoutem en de velo

In 1868 werd de eerste fiets met ketting gebouwd. Tegen het einde van de 19de eeuw begon het wielpeerd succes te krijgen, ook in Kruishoutem:

  • Zeker vanaf 1893 werden in de Eigemeente Jaarlijksche Velocipède Koersen georganiseerd (met 30 fr. aan prijzengeld).
  • In 1904 werd in de schoot van de Kruishoutemse Société d’Harmonie de Sinte-Cecilia een veloclub opgericht met de lijfspreuk ‘Rap en Knap’. Fietsende fanfares waren populair. In 1911 telde het genootschap 80 leden.
  • Reeds in 1905 maakten en repareerden de Kruishoutemse broers Van Honacker - naast motocycletten, naai- en breimachienen, melkontroomers, horlogiën, telephons en electrieke bellen - in hun werktuigatelier ook hun eigen fietsenmerk. De prijs van een rijwiel lag tussen de 100 à 200 fr., best prijzig als men bedenkt dat in 1908 een metserdiender 0,35 fr. per uur verdiende .
  • De Wielrijdersvereeniging van Oost-Vlaanderen promootte de democratisering van de fiets en organiseerde te Kruishoutem op de kermis van 1 juli 1906 met ‘Rap en Knap’ een provinciaal fietsersevenement, waarop maar liefst 1.000 velocipedisten afkwamen.
  • Eén van de eerste Flandriens was een Kruishoutemnaar: Aloïs  Verstraeten. Wies werd in 1908 kampioen van België bij de amateurs. Het jaar nadien won hij Paris-Saint-Quentin-Bruxelles, waarmee hij 1.100 fr. aan prijzengeld binnenrijfde. Een fiets kostte dus behoorlijk wat, maar een goeie coureur kon ermee beslist het beleg op zijn boterham verdienen.

veloverkoop vanhonacker

Fietsendieven

De nieuwerwetse en dure bicyclettes waren gegeerd. Pinten drinken en zijn stalen ros onbeheerd aan een herberggevel achterlaten was derhalve geen goed idee: ”Beveren-Leie. Velo gestolen - Jules Vandenginste, zoon van Henri, landbouwer alhier, reed zondag laatst met eenige gezellen in velo naar Nokere; zij plaatsten hun rijwiel in eene herberg; toen zij hun wielpeerd gingen terug halen, was dat van Jules Vandenginste verdwenen. Het was slechts veertien dagen nieuw en had boven de  tweehonderd frank gekost.” (Gazette van Brugge - 27 april 1904). 21 jaren later was een dorstige Kruishoutemnaar nog steeds niet wijzer geworden: “Waereghem - Zijn er nog geen lessen genoeg? Zondag avond werd er wederom een velo geknipt aan de deur van den herberg ‘De Peerdensmis’, Holstraat. Hij behoorde aan een persoon van Cruyshautem die hem daar onbewaakt had laten staan. Klacht is ingediend. Maar zoekt erachter!” (De Leiewacht - 16 mei 1925).

Fietsendiefstallen en aanverwante akkefiet(s)jes konden zelfs ontaarden in doodslag, zoals in 1905 gebeurde aan herberg De Marolle. Het slachtoffer was 30 jaar, de dader amper 18: “Rechterlijke kronijk. Correctionneele Rechtbank van Gent. Zitting van den 25 april. Doodslag te Cruishautem. - Den 19 maart laatstleden was Achiel Lotefier, een brave jongen van Cruishautem, in de herberg ‘De Marollen’ (tusschen Cruishautem en Deinze) en had zijn rijwiel aan de deur laten staan. Een andere jongen, Alfred Minnaert, had den velo genomen en was er mede weggereden. Toen hij terugkwam, deed Lotefier hem eenige bemerkingen. Eensklaps trok Minnaert een mes en plofte het driemaal in den bil van Lotefier. Een der steken was tien centimeters diep. Het slachtoffer is den dag nadien overleden. Minnaert krijgt 5 jaar gevang voor den doodsteek, en 15 dagen gevang voor het dragen van een verboden wapen.” (De Deinsche Burger - 30 april 1905).

De velocipède in het verkeer

In het gemotoriseerd wegverkeer was de vélorijder - ook toen al - een zwakke weggebruiker, wat bleek te: “Aalter - Een persoon van Cruyshautem heeft met zijnen motocycle den velocipedist De Keyser, van Vynckt, overreden en zelf kneuzingen bekomen. De Keyzer zal misschien zijn oog kwijt zijn. Zij reden naar de koers te Beernem.” (Het Nieuws van den Dag - 6 juni 1906).

Fietsers die elkaar aanreden, hadden gelijke kansen en … deelden gelijke smarten. Twee hardrijders, waarvan één Nokereberg benedenwaarts richting Waereghem denderde, clashten 4 jaren later. Beiden stuikten gehavend te gronde. Het ene slachtoffer was niet de mythische wielrenner Cyrille ‘de Leeuw van Vlaanderen’ Van Hauwaert (1883-1974), winnaar van zowel Milaan-San Remo als Parijs-Roubaix in 1908, maar zijn Nokerse naamgenoot. Diens leed was er niet minder om: “Erge botsing - Zondag namiddag reed Octaaf Bogaert van de wijk Spitaal, per rijwiel naar de kermis van Wannegem-Lede. Gekomen langs den grintweg van Nokere, aan de hofstede van Aloïs Van Houteghem in den draai der straat, botste hij met geweld op Cyriel Van Hauwaert - niet de ‘groote Cyriel’ - van Nokere, die knecht is bij den voerman Henri D’Hondt van Waereghem, en die per rijwiel in volle vaart naar deze gemeente gereden kwam. Beide rijders bleven bewusteloos ten gronde liggen, waar hun ter plaats de beste zorgen toegediend werden. Het aangezicht van Van Hauwaert was één enkele wonde. Beide rijwielen zijn verbrijzeld.” (Gazette van Brugge - 21 september 1910).

Was de fietser een zwak weggebruiker, de voetganger was dat des te meer … en die kon wel ‘s beduusd onder een eierstruif achterblijven: “Niet heel plezierig - Zaterdag morgend vroeg kwam de landbouwer Remi Claeys van Kruishoutem te voet naar de markt (van Waregem) met eene mand op den rug gebonden, bevattende 200 eieren. Op de wijk Eertbrugge (nu gekend als t’ Jagerke) langs de groote baan werd hij nabij de woning van Jules De Waele door een wielrijder omgeworpen. De landbouwer had maar weinig letsel bekomen, doch al zijne eieren waren gebroken.” (Gazette van Brugge - 21 februari 1912).

Een aanrijding onder invloed kon dan weer leiden tot handgemeen: “Messteek. De genaamde Aug. Versele, Emiel Gevaert en dezes broeder Cyriel hadden samen naar de koersen van Waereghem geweest en terugkeerende naar Cruyshautem hadden zij hier en daar een glas gedronken en waren daardoor ietwat door den neus. Te Cruyshautem kwam de genaamde Taelman per velo en dronken zijnde reed hij op Aug. Versele. Van eenen twist, die ontstond, kwam een gevecht in hetwelk Taelman drie steken op het hoofd bekwam. Voor de korrektionneele rechtbank werden Aug. Versele veroordeeld tot 4 maand gevang en 50 fr. boet; Emiel Gevaert tot 2 maand en 50 fr. boet en Cyriel Gevaert tot 15 dagen gevang. Het beroepshof heeft zaterdag dit vonnis bekrachtigd.” (Gazette van Brugge - 3 maart 1913).

Lees ook: DE BORGGRAEVE Edwin, Fietspadperikels, jaarboek Hultheim 2012, p.174-183 en ‘Wies in de slagvelden’, Kruishoutemse Kroniek, ’t Eierdopje mei 2014, p.16. Citaten uit Deinzese kranten en illustratie: verzameling K.G.K. Deinze, depot MUDEL.