Onze voorzitter was steeds goed voorbereid; ook nu had hij nog een eindejaargroet voor de lezers klaar liggen, niet wetende dat het zijn laatste zou zijn.
Als eerbetoon wil het bestuur van Hultheim Edwin zijn Nieuwjaarsgroet publiceren: lees en herlees wat hij schreef, het zou hem veel plezier gedaan hebben.
60 jaar geleden zat de voorzitter van Hultheim - die blijkbaar toen (al) een kapoentje was - zijn broek te verslijten in ‘t tweede bewaarke bij juffrouw Carla op de Karmel te Waregem. Hij kon nog niet schrijven. Hij had in december 1963 wel een gouden sterretje mogen uitprikken voor zijn nieuwjaarsbrief en een rijmtekstje van zes regeltjes van buiten geleerd voor Vake en Moeke lief.
Nieuwjaarsbrieven zijn een typisch Vlaams verschijnsel met roots tot in de 16de eeuw, toen weliswaar enkel bij de rijkere burgerij. In de loop van de 18de eeuw drongen ze door in het onderwijs. Maar pas na de invoering van de leerplicht in 1914 werd het voorlezen van Nieuwjaarsbrieven verspreid onder alle lagen van de bevolking. Na WO II groeide het besef dat kinderen een moeilijke woordenschat en lange volzinnen niet altijd begrepen. De nieuwjaarswensen werden korter en taalkundig makkelijker. Ook werd er meer gebruik gemaakt van rijm, zeker bij de kleuters.
In de jaren zestig werden de Nieuwjaarbrieven met winterlandschappen of met vogels in guirlandes en op besneeuwde dennentakken vervangen door knutselwerkjes waaraan de leerling in klasverband had mogen meewerken. Eens men kon schrijven, werd de tekst door de meester of de juffrouw op het bord aangebracht en met een pen door de scholier vlijtig in schoonschrift overgeschreven. Een inktvlek was opnieuw beginnen.
In 1964 wenste Edwin “Mocht lief Heerke u nog lang bewaren”. Naast geluk is en blijft een gezond en lang leven de ultieme menselijke betrachting. Hultheim wenst het u toe.