Bij zowat alle buitenlandse duivenmelkers doet de naam Nokere een belletje rinkelen. Het is de thuisbasis van twee wereldberoemde duivenhokken. Naast het ondertussen verdwenen hok van de gebroeders Gust en Jef De Baere, is er het wereldbefaamde hok van De Smet-Matthijs.
Na de Tweede Wereldoorlog verrezen duiventillen als paddenstoelen uit de grond. In de Wandelstraat in Nokere vormde een zekere Valère De Smet een duiventandem met zijn schoonbroer Jules Mathys. Valère was niet de eerste de beste duivenmelker. Hij was een kenner pur sang die het metier helemaal in de vingers had. Hij wordt aanzien als één van de fijnste melkers die de duivenwereld ooit heeft gekend. Het hok vormde de thuisbasis van enkele fenomenale duiven zoals ‘de klaren’, ‘de kapoen’ en nog talloze andere kleppers. Decennialang boekte de kolonie ongeziene triomfen en groeide ze uit tot een ‘Belgian brand’ in het buitenland. Bijna 80 jaar nadat ‘de klaren’ zijn eerste kunsten toonde, bestaat het hok nog altijd.
U leest het volledige verhaal over dit fenomenale duivenhok in het jaarboek 2024 van Hultheim.