Dat weet iedereen … die getrouwd is. 160 jaar geleden ondernam een Nokerse trouwlustige jongedame een drastische, zeg maar wanhopige tot bijna noodlottige poging om in het huwelijksbootje te stappen. Het kostte haar bijna het leven. Het ondergefinancierde huwelijksschip strandde vooraleer het ruime sop te kunnen kiezen.
“Men schrijft ons uit Waereghem; van 9 february; Maendag was hier zekere Sophie N., geboortig van Nokere, dienstmeid by een onzer voornaemste landbouwers, in het gemeente-gevang in hechtenis gebragt, onder beschuldiging van ten nadeele harer meesters, eene som van honderd dertig à veertig franks, met braek, ontstolen te hebben. De ongelukkige was nauwelyks korten tyd in het gevang aengebragt, toen een politie beambte wilde zien of haer niets ontbrak, en haer reeds zieltogend, door behulp van haren halsdoek vond opgehangen. Haer ontknoopen en de zorg eens doktors inroepen, was het werk van eenige oogenblikken; doch, alle vrees was spoedig verdwenen; een korten tyd nadien zat zy reeds by de stoof in het Gemeentehuis ingesluimerd. Het roekelooze meisje, dat eenigen tyd te voren teweeg was te trouwen en zulks aen behoefte had moeten uitstellen, scheen nu op ’t geld te loeren, ten einde met meer zekerheid in huwelyk te kunnen treden, en daer ook scheen het gevolg van haren misstap de oorzaek van. Dynsdag is zy naer Kortryk overgebragt alwaer zy overigens haer feit voor het geregt zal te verantwoorden hebben. Gisteren is zy hier onder geleide der gendarmerie wedergebragt ten einde de plaets aentewyzen waer zy het gestolen geld had verborgen.” (Burgerwelzijn - 11.02.1861).